Een rij in de tabel noem je een record. In een record vind je betekenisvolle informatie over één iets, bijv. over één boek, over één leerling, over één klas.
Een kolom in de tabel noem je een veld. Een veld gaat over één item, bijv. de prijs van ieder boek. Ieder veld heeft een veldnaam die uniek is binnen de tabel.
Ieder veld is van een bepaald type. Zo kun je bijvoorbeeld tekstvelden benoemen, numerieke velden, ja/nee-velden, een invoervak met keuzelijst etc. Het type veld bepaalt welke gegevens kunnen worden ingevoerd. In een numeriek veld kun je bijvoorbeeld geen tekst invoeren.