Door de zijden van een vierkant aan elkaar te plakken kunnen we oppervlakken maken. Het simpelste voorbeeld is het plakken van een torus (donutvorm). In het plaatje hieronder is met pijlen en letters aangegeven hoe de zijden op elkaar geplakt moeten worden. Dit noemen we een bouwplaat.
De torus
Bekijk het volgende filmpje en leg uit wat dit met het plakschema hierboven te maken heeft.
Er zijn een heel aantal verschillende manieren om de zijdes van een vierkant te plakken. Hieronder zijn alle verschillende mogelijkheden weergegeven.
Invuloefening
Hieronder zie je nog twee plakschema's, maar deze staan eigenlijk ook al in het bovenstaande overzicht. Ga na welke met welke plakschema's ze overeenkomen.
Plakschema F is waarschijnlijk het makkelijkst voor te stellen, dit is een cilinder. Ga maar na, als je de zijden van een stuk papier op elkaar plakt dan krijg je inderdaad een cilinder.
Het plakschema bij B levert topologisch gezien een schijfje op, zoals je in onderstaande figuur kunt zien.
Plaatje C hebben we al eerder gezien, dat is de torus.
Waar/Niet waar-vraag
Meerkeuzevraag
De meeste oppervlakken die we tegenkomen hebben naast een naam ook een verkorte notatie. De notatie voor de torus is T2, de bolschil wordt aangegeven met S2.
Reflectie
De T in T2 staat voor torus, waar denk je dat de S in S2 voor staat? (Zoek, als je deze niet weet, de engelse naam voor dit oppervlak op.)