Informatie: Levensbeschouwing

Levensbeschouwing is een visie op het leven: wat het leven betekent, wat de waarde ervan is en hoe het geleefd moet worden. Hierbij kan de geloofsovertuiging een belangrijke rol spelen.

Bekijk het onderstaande filmpje.

Wat vind jij van de stelling: "De wereld zou er beter uitzien zonder religie"?


 


Jouw kijk op het leven is het fundament (de basis) onder jouw bestaan

Religie speelt in samenlevingen een belangrijke rol. Op steeds meer scholen zitten studenten met verschillende godsdienstige achtergronden. Ook de ontwikkelingen in de wereld (van oorlog tot ontwikkelingssamenwerking) moeten steeds vaker in het licht van religie worden gezien. In dit informatie onderdeel worden 2 thema's behandeld. In de onderstaande links vind je informatie over:
1. Kijk op het leven

2. Wereldreligies


 

1. Kijk op het leven

Levensbeschouwing
Mensen hebben verschillende ideeën over het leven. Je levensbeschouwing is jouw persoonlijke visie op het leven. Het geeft aan wat het leven voor jou betekent en hoe je vindt dat je moet leven. Door wie je bent en wat je meemaakt, ontwikkel je je eigen, unieke levensbeschouwing.
Je levensbeschouwing kan daarnaast ook de kijk van een groep mensen op het leven betekenen. Veel mensen denken in grote lijnen hetzelfde over wat het leven voor hen betekent en over hoe ze zouden moe­ ten leven. Deze mensen delen veel opvattingen en hebben vaak dezelfde tradities en gewoonten. Zo gaan veel Nederlandse kinderen naar een basisschool die uitgaat van een bepaalde levensbeschouwing. Er zijn bijvoorbeeld joodse, katholieke en humanistische basisscholen.
Veel keuzes die je maakt, zijn gebaseerd op een levensbeschouwing, ook al ben je je daar niet altijd van bewust. Je wordt bijvoorbeeld beïnvloed door opvattingen van mensen om je heen, zoals ouders, leraren, vrienden en politici. Sommige ideeën neem je van ze over. Onbewust baseer jij zo je eigen ideeën en opvattingen op de levensbeschouwingen van anderen.

Religie
Religie speelt een belangrijke rol in het leven van veel mensen. Binnen een religie staan meestal één of meerdere goden, of hogere machten centraal. Een religie wordt vaak een godsdienst genoemd.
Er zijn wereldwijd veel verschillende religies. Je kunt deze religies onderverdelen in monotheïstische en polytheïstische religies. Monotheïstische religies gaan uit van het bestaan van één god. Volgens polytheïstische religies bestaan er meerdere goden.

Het boeddhisme

Het boeddhisme is één van de meest invloedrijke levensbeschouwingen in Oost-Azië. In onder meer Thailand, China en Japan wonen veel boeddhisten.
Het boeddhisme is in de omgeving van India ontstaan. De stichter van het boeddhisme was de Indiase prins Siddharta Gautama (566 -486 voor Christus). Gautama zocht door middel van meditatie antwoorden op zijn levensvragen. Na jaren van meditatie en leven in afzondering bereikte hij een staat van verlichting: hij vond een antwoord op zijn vragen. Vanaf dat moment werd hij Boeddha genoemd. Boeddha betekent de verlichte. Dit is dus geen naam of god, maar een titel.

Het boeddhisme heeft vier uitgangspunten:

  1. Het leven is lijden. Dat lijden is er in allerlei. vormen, zoals pijn, haat, verdriet en jaloezie.
  2. Het lijden wordt veroorzaakt door verlangens en begeertes.
  3. Het verlangen moet worden overwonnen om verlost te raken van het lijden. Uiteindelijk leidt dat tot nirwana: een toestand van absolute en eeuwigdurende vrede.
  4. De manier om tot nirwana te komen is door het volgen van het zogenoemde achtvoudige pad. Dit pad beschrijft in acht stappen hoe mensen de onrust van hun geest en het lijden kunnen overwinnen.

 

De meeste aanhangers van religies aanbidden een godheid of hogere macht. Dat gebeurt vaak in een godshuis, zoals een tempel, kerk of moskee. Veel religies baseren zich op verhalen en geschriften met geloofsregels. De geschriften bieden antwoorden op de vraag waarom mensen leven, wat goed en kwaad is en wat er met mensen gebeurt als ze sterven.
Elke religie kent verschillende stromingen. Mensen die bij een religieuze stroming horen, hebben bepaalde opvattingen over de uitleg en toepassing va n het geloof. Binnen het christendom zijn er bijvoorbeeld stromingen waarbij kinderen vlak na de geboorte worden gedoopt en stromingen waar bij mensen juist op latere leeftijd worden gedoopt.
Voor sommige mensen speelt religie zo'n belangrijke rol in hun leven, dat hun leven voor een groot deel wordt bepaald door de religie die ze aanhangen. Andere mensen zijn religieus, maar volgen niet alle geloofsregels even strikt op. Ze geloven bijvoorbeeld wel in God, maar gaan niet elke week naar de kerk.

 

Fundamentalisten

Fundamentalisten zijn mensen die vinden dat de grondbeginselen van het geloof letterlijk moeten worden toegepast.  Een voorbeeld van een fundamentalistische stroming binnen het jodendom  is het chassidisch jodendom. Aanhangers van deze stroming houden zich strikt aan de joodse geloofsregels. Zij houden zich strikt aan de voedingsvoorschriften,  de spijswetten, en de kleding­voorschriften. Mannen dragen zwarte kleding, een hoed of keppeltje en hebben vaak pijpenkrullen. Vrouwen dragen een rok of jurk en moeten nadat zij getrouwd zijn hun hoofd bedekken.

 

niet-religieuze levensbeschouwingen
Er zijn ook levensbeschouwingen die niet op een religie zijn gebaseerd. Sommige mensen geloven niet dat er een god bestaat. Atheïsme is de opvatting dat er geen god of goden bestaan. Agnosticisme is de opvatting dat je niet kunt aantonen dat een god wel of niet bestaat.

Het humanisme is een niet-religieuze levensbeschouwing waarin de mens centraal staat. Dit in tegenstelling tot een religie, waarin één of meerdere goden centraal staan. Humanisten denken dat levensvragen moeten worden bekeken vanuit menselijke kennis en wetenschap. Humanisten gelo­ ven dat de mens zich kan en blijft ontwikkelen. Op basis van hun verstand moeten mensen zelf onderscheid maken tussen goed en kwaad.

 

Secularisme
Secularisme is de opvatting dat religie geen invloed mag hebben op de maatschappij. Het principe van de scheiding tussen kerk en staat is hierop gebaseerd. De scheiding tussen kerk en staat houdt in dat de wetten in een land het hoogste gezag hebben en religieuze uitingen nooit in strijd mogen zijn met die wetten. Dit betekent dat geloofsorganisaties zich niet met de overheid mogen bemoeien en andersom.
In Nederland leven zowel veel religieuze als niet-religieuze mensen. Religie heeft veel invloed op de Nederlandse maatschappij. Toch is Nederland een seculier land met een scheiding tussen kerk en staat. De wet staat in Nederland boven een kerk of religie. Iedereen is wel vrij om zijn eigen geloof te kiezen en zijn geloof te belijden. Dit staat ook in de Grondwet.

 

Agnosticisme

 

 

De opvatting dat je niet kunt aantonen dat een god wel of niet bestaat.

Atheïsme

De opvatting dat er geen god of goden bestaan.

Humanisme

Een niet-religieuze levensbeschouwing waarin de mens centra al staat.

Levensbeschouwing

De opvatting van een individu of een groep mensen over wat het leven betekent en hoe je vindt dat je  moet leven.

Monotheïstische religie

Een religie die uitgaat van het bestaan van één god.

Polytheïstische religie

Een religie die uitgaat van het bestaan van meerdere goden.

Religie

Een levensbeschouwing waarbinnen meestal één of meerdere goden, of hogere machten centraal staan.

Secularisme

De opvatting dat religie geen invloed mag hebben op de maatschappij.


 

2. Wereldreligies

Christendom, Islam en Jodendom. Een groot deel van de wereldbevolking is religieus. Sommige religies hebben aanhangers over de hele wereld. In de Nederlandse samenleving hebben vooral het christendom, de islam en het jodendom veel invloed.

Het christendom
Het christendom is de religie met wereldwijd de meeste aanhangers. Ook in Nederland is het christendom al eeuwenlang de religie die door de meeste mensen wordt aangehangen. Vanaf ongeveer het jaar 500 tot in de negentiende eeuw waren bijna alle Nederlanders christelijk. Ook in de jaren die volgden, ging het overgrote deel van de Nederlanders nog regelmatig naar een christelijke kerk. Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw is het aantal kerkgangers in Nederland sterk afgenomen. Toch heeft het christendom nog altijd veel invloed op de Nederlandse samenleving. Er worden christelijke feesten gevierd, zoals Kerstmis en Pasen. Verschillende politieke partijen, omroepen en kranten hebben een christelijke grondslag. En in elke Nederlandse gemeente is wel een kerk te vinden.
Het christendom is een monotheïstische religie. Christenen geloven in het bestaan van één God. Het leven en de uitspraken van Jezus staan centraal in het christendom. Jezus wordt ook wel Christus genoemd. Christenen geloven dat Jezus de zoon van God is.
De Bijbel is het belangrijkste boek binnen het christendom. De Bijbel bestaat uit twee delen: het Oude Testament en het Nieuwe Testament. In het Oude Testament wordt onder meer het scheppingsverhaal verteld, de schepping van de wereld door God. In het Oude Testament staan ook de Tien Geboden. De Tien Geboden zijn regels over hoe je moet leven, bijvoorbeeld dat je niet mag doden of stelen. Het Nieuwe Testament gaat voornamelijk over het leven en de daden van Jezus, zijn dood aan het kruis en zijn opstanding uit de dood.
Binnen het christendom kun je verschillende stromingen onderscheiden. Die stromingen ontstonden omdat christenen van mening verschilden over het geloof en over de manier van geloven. De belangrijkste stromingen binnen het christendom zijn de rooms-katholieke stroming, de protestantse stroming en de oosters-orthodoxe stroming.
In Nederland hebben vooral rooms-katholieken en protestanten veel aanhangers. Rooms-katholieken kennen een leider van hun kerk: de paus. Hij is de leider van alle rooms- katholieken en is gezeteld in Rome. De paus is volgens katholieken de plaatsbekleder van Jezus op aarde en neemt besluiten waar katholieke gelovigen zich aan moeten houden.
Protestanten hebben zich in de zestiende eeuw van de rooms-katholieke stroming afgesplitst. Ze hadden een andere opvatting over de Bijbel dan de katholieken en vonden dat de katholieke geestelijken teveel rijkdommen hadden. Volgens protestanten is de Bijbel het enige gezag binnen het geloof. Zij zien de paus niet als leider van het geloof.  De protestanten hebben zich later weer verder opgesplitst in onder meer gereformeerden en hervormden.


Aanhangers van de Oosters-orthodoxe kerk zien de paus ook niet als leider van de kerk. In plaats daarvan is er een raad van patriarchen die besluiten neemt voor orthodoxe gelovigen.

De islam
De islam is net als het christendom een monotheïstische religie. Aanhangers van de islam worden islamieten of moslims genoemd. Moslims geloven in het bestaan van één God: Allah. Het Arabische woord islam betekent overgave.
Binnen de islam staat de profeet Mohammed centraal. Het heilige boek van moslims is de Koran. De Koran is verdeeld in hoofdstukken die soera's worden genoemd. Moslims geloven dat God de tekst van de koran via de engel Djibriel aan Mohammed heeft doorgegeven. De inhoud van de koran bestaat uit wat de profeet tijdens deze openbaringen heeft gehoord. De koran moet door moslims niet alleen in het Arabisch worden gelezen, maar ook in het Arabisch worden voorgedragen. Dit gebeurt meestal in de moskee, het gebedshuis van moslims.
Naast de Koran is voor veel moslims de Hadith heel belangrijk. De Hadith is een verzameling van uitspraken van Mohammed en verhalen over zijn leven. De islamitische wetten, de sharia, zijn uit de Koran en de Hadith samengesteld. In de meeste islamitische landen geldt de sharia als basis voor een deel van het recht.
Er zijn twee islamitische hoofdstromingen: het soennisme en het sjiisme. Soennieten en sjiieten verschillen van mening over een aantal geloofszaken , bijvoorbeeld over de rol van de imam. Een imam is een islamitische geestelijke die het gebed leidt. Voor soennieten is het leiden van het gebed de enige rol van de imam. Binnen het sjiisme heeft de imam een veel grotere rol. De imam is voor sjiieten de geestelijke leider.

 

De vijf zuilen van de Islam
De vijf zuilen van de islam zijn de vijf belangrijkste religieuze verplichtingen voor moslims. De vijf zuilen zijn:

  1. De geloofsbelijdenis: moslims moeten getuigen dat er geen godheid behalve God is en dat Mohammed zijn profeet is
  2. Het gebed: moslims moeten vijf keer per dag bidden in de richting van Mekka, de geboorteplaats van Mohammed.
  3. Vasten: moslims moeten vasten tijdens de ramadan. Ze mogen dan tussen zonsopgang en zonsondergang niet eten, drinken en roken en mogen ook geen seks hebben. De ramadan eindigt met het Suikerfeest
  4. Liefdadigheid: moslims moeten een deel van hun inkomen aan de armen geven.
  5. De bedevaart: moslims die voldoende geld hebben en gezond zijn , moeten minstens één keer in hun leven een pelgrimstocht naar Mekka maken.

 

Het jodendom

Het jodendom is één van de oudste monotheïstische religies. Joden geloven in een almachtige god en geloven dat hun volk door God uitverkoren is. Het jodendom is meer dan een religie. In het jodendom zijn religie, cultuur en afkomst met elkaar verweven

De diaspora

De Joodse diaspora staat voor de verspreiding van Joden over de wereld. Dit gebeurde nadat het Joodse volk verbannen werd uit Juda, het gebied dat overeenkomt met het huidige Israël en de Westelijke Jordaanoever. De Joden leefden in ballingschap op ver­ schillende plekken in de wereld. Vaak vormden ze een afgesloten gemeenschap, waarin zij hun tradities en geloof konden voortzetten. Joden leefden als minderheid in landen waar de meerderheid van de mensen een ander geloof had. Toen meer dan tweeduizend jaar later, in 1948, de staat Israël werd gesticht, vestigden veel Joden zich daar.

 

Het heilige boek van de joden heet de Tenach. De inhoud van de Tenach is gelijk aan het Oude Testament van de christelijke Bijbel. De Tenach bestaat uit drie delen: de Thora, de profeten en de geschriften. De Thora is de grondslag van het joodse geloof. De Thora komt overeen met de eerste vijf boeken van de Bijbel. In de Thora staat net als in het Oude Testament beschreven  hoe de wereld  is ontstaan: het  scheppingsverhaal.
Naast de Tenach is de Talmoed een belangrijk  boekbinnen het joodse geloof. In de Talmoed staat commentaar van joodse geleerden op de Tenach. Joodse geleerden worden rabbijnen genoemd. Rabbijnen geven les in godsdienst en leiden de diensten in de synagoge. De synagoge is de plek waar joden bij elkaar komen om te bidden en te leren.
Het jodendom kent vele gebruiken en rituelen. Zo zijn er speciale voedingsregels, die onder meer voorschrijven dat zuivelproducten en vlees apart bereid en gegeten moeten worden. Daarnaast is de sabbat voor joden heel belangrijk. De sabbat is een rustdag die op vrijdagavond bij zonsondergang begint en op zaterdagavond bij zonsondergang eindigt.

Begrippen                 Betekenis

Bijbel                          Het heilige boek van de christenen.

Hadith                        Een verzameling van uitspraken van Mohammed en verhalen over zijn leven.

Koran                         Het heilige boek van de moslims.

Moskee                      Het gebedshuis van moslims.

Rabbijn                      Een joodse geleerde die les geeft in godsdienst en de diensten in de synagoge leidt.

Synagoge                  De plek waar joden bij elkaar komen om te bidden en te leren.

Tenach                      Het heilige boek van de joden .

Thora                          Het deel van de Tenach dat de grondslag van het joodse geloof vormt.