Leren doet iedereen op zijn eigen manier. Bij de één zal het makkelijker gaan dan bij de ander. Je zult zelf moeten onderzoeken wat voor jou het fijnste is.
Leren is afhankelijk van je houding, je kennis en je vaardigheden. Vanuit hier ga je het startpunt maken om te onderzoeken hoe jij iets doet.
Opdracht 4a: Breinbrekers
Je krijgt van je docent een aantal breinbrekers. Probeer deze eens op te lossen. Welke strategie heb je er op los gelaten? Ga daarna aan de slag met de puzzels in de volgende link, maar begin met de kikkers. Bedenk je weer. Hoe heb ik dit aangepakt?
http://www.puzzle.dse.nl/teasers/index_nl.html#freaky_frogs
Opdracht 4b: Leerstijlen.
Niet iedereen leert op dezelfde manier. Niet iedereen werk op dezelfde manier samen. Dat hebben we net in het filmpje gezien.
Je hebt verschillende manier van leren.
De leerstijlen van Kolb is een bekende theorie over leerstijlen.
De klas wordt nu in 4 groepen verdeeld. De ene groep is dromer, de ander doener enz. Jullie krijgen allemaal hetzelfde vraagstuk van de docent. Voer deze uit. Daarna worden de verschillen tussen de groepen besproken.
Hierna bedenkt iedere groep een praktische opdracht die specifiek voor die leerstijl goed is. Dus welke manier van leren in een praktische vorm past bij die leerstijl. Denk niet meteen aan het eerste wat in je opkomt, maar kijk verder.
Probeer in de opdracht minstens 3 varianten te laten zien voor die leerstijl. Maak hierover een PP, film of demonstratiemateriaal. Het moet gepresenteerd kunnen worden aan de andere leerstijlen
Onderwerp die iedereen moet aanhouden voor de praktische opdracht is………(gaan we klassikaal bespreken) Iedereen moet dan dat onderwerp als uitgangspunt houden
We gaan alle lesopdrachten bespreken en evt. uitvoeren.