8.5 Opgaven

Vraagstuk 4

a. Schrijf alle haakjes in de volgende formules:

1. P∧Q ⇒ R⇔P ∧ ¬Q ∨R

2. P⇒Q∧¬R⇔P∧¬Q⇒R

b. Laat zoveel mogelijk haakjes weg:

1. ((P⇒ (Q∧ ¬ (P))) ⇔ ¬ (P∧ ¬Q))

2. ((P∨ ¬(Q∧¬(P))) ∧ ¬(P⇒(¬Q)))

De antwoorden zijn terug te vinden onder de knop "klik hier", maar bekijk deze niet te snel. Probeer de vragen eerst zelf op te lossen.

klik hier

Vraagstuk 5

Als je een waarheidstafel wilt maken voor onderstaande formules, hoeveel en welke kolommen moet je dan maken?

a. (Q∨P) ∧¬P⇒¬(Q⇒P)
b. P∧ ¬ (Q∨ ¬P) ⇒ (PvQ)
c. ((P⇒Q)⇒(P⇒R))⇒(Q⇒R)
d. (P⇒Q∧¬P) ⇔¬P∧¬Q

Voorbeeld: voor de formule

heb je in de waarheidstafel zes kolommen nodig en wel voor:
 

klik hier

Vraagstuk 6