Hoeveel graden het polarisatievlak draait, hangt af van de soort stof en van het aantal moleculen dat het gepolariseerde licht tegenkomt. Optische rotatie is immers een eigenschap van moleculen. De draaiingshoek , of rotatiehoek a , hangt dus af van de lengte van de cuvet (optische weglengte van het licht door de meetcel), van de concentratie van de oplossing en van de soort stof. Verder is de draaiingshoek afhankelijk van het oplosmiddel, de temperatuur en de golflengte van het gebruikte licht. Bij metingen zorgen we dat zoveel mogelijk van deze grootheden constant zijn.
Hierin is: