Voor de geheime communicatie tussen de Führer en zijn generaals beschikten de Duitsers over een nog ingewikkelder mechanisch cijfer dan de Enigma. Dit staat bekend als het Lorenz cijfer. De strijd tegen het Lorenz cijfer werd op Bletchley Park gewonnen door Tommy Flowers. Max Newman, een wiskundige, bedacht de Colossus, een programmeerbare codebrekende machine, gebaseerd op het concept van Alan Turing. Het werd technisch onuitvoerbaar geacht deze machine te bouwen, maar Tommy Flowers bouwde daarmee een machine, bestaande uit 1500 electronenbuizen, die veel sneller waren dan de relais in de bombes.
Over het verhaal van de Lorenz machine en de Colossus is veel te vinden op het internet. Volg bijvoorbeeld de link naar Britain's Best Kept Secret of naar Colossus.
Na de oorlog werd alles op Bletchley Park vernietigd, zo ook de bouwtekeningen van de Colossus en de Colossus zelf. Zo is in de geschiedenis de ENIAC (Electronic Numerical Integrator And Calculator) bekend geworden als de eerste, in 1945 gerealiseerde computer van J. Preper Eckert en John W. Mauchley. Deze telde 18.000 electronenbuizen en kon 5000 berekeningen per seconde uitvoeren. Het computervermogen zou gebruikt gaan worden om steeds ingewikkelder cijfersystemen te bedenken en te breken.
Het voordeel van het gebruik van een computer is, dat je Enigma's kunt simuleren met honderd scramblers die alle kanten opdraaien en van tijd tot tijd een letter overslaan of met verschillende snelheid gaan roteren, terwijl deze in werkelijkheid niet te bouwen zijn. Bovendien stelt de computer je in staat het proces te automatiseren zodat je met grote snelheid kunt encrypten en decrypten. Het belangrijkste voordeel en verschil ten opzichte van de mechanische encryptie is, dat de computer werkt met getallen. We hebben daar een voorproefje van gezien in les 2: de affiene versleuteling.