7.2 De Enigma codeermachine

klik hier om naar de site te gaan

 

In 1917 was het de Amerikaan Edward Hugh Hebern die een machine met roterende schijven bedacht. Elke schijf voerde een polyalfabetische substitutie uit. De elektrotechnicus Arthur Scherbius bedacht een soortgelijke elektrische versie van Alberti's schijf en voegde daar nog wat extra's aan toe. Het apparaat is in de eerste plaats een typmachine waar de cryptograaf zijn klare tekst in typt. Bij het aanslaan van een toets wordt een elektrisch signaal door verschillende schijven naar een lampjesbord geleid. De schijven worden scramblers genoemd en zorgen ervoor dat iedere klare letter verbonden wordt met een letter uit het cijferalfabet. In het voorbeeld hiernaast is te zien hoe het signaal, dat door de letter b is afgegeven, door 2 scramblers wordt geleid en er vervolgens voor zorgt dat het lampje van de letter D oplicht. Op dezelfde manier zou in de getekende situatie de a verbonden zijn met de B.
Een scrambler is een dikke rubberen versleutelaar waar draden door geleid worden. Wanneer een letter is ingetoetst draait de eerste scrambler en zijn de draden op een andere wijze verbonden. Als de eerste scrambler in de tekening voorlangs naar onder zou draaien dan zou de b opnieuw verbonden zijn met de D, maar de a zou ditmaal verbonden zijn met de A. Op deze manier is bij elke aanslag het cijferalfabet anders. Na vijf aanslagen is de eerste schijf weer terug in zijn oude positie en bij zijn vijfde draai neemt hij de tweede scrambler mee, die daardoor 1 positie opschuift.
Na 5x5 aanslagen zijn beide schijven weer in de startpositie teruggekeerd.

In werkelijkheid bevatten de scramblers alle letters van het alfabet en bevat de oorspronkelijke Enigma geen 2 maar 3 schijven. Dat houdt in dat na 26x26x26=17576 aanslagen de oorspronkelijke positie weer bereikt is.

 

Meerkeuzevragen