Je kan op verschillende manieren toegang krijgen tot internet:
Inbelverbindingen werden veel gebruikt in de jaren negentig. Het voordeel was dat de infrastructuur om te internetten (telefoonlijn) al aanwezig was en je alleen betaalde voor de tijd die je online was. Het grote nadeel was de traagheid; het kon soms minuten duren voor een pagina geladen was. Eind jaren negentig begonnen mensen dan ook massaal over te stappen naar snellere verbindingen als ADSL en kabelinternet. Toch wordt er nog steeds gebruik gemaakt van inbelverbindingen, bijvoorbeeld door mensen die zeer weinig internetten en in gebieden waar nog geen andere manier van internetten beschikbaar is. Dat laatste is vooral het geval in afgelegen gebieden en in ontwikkelingslanden.
Hiermee wordt misschien al duidelijk dat de beschikbaarheid van internet afhankelijk is van een aantal concrete voorwaarden:
In ontwikkelingslanden is soms geen enkele vorm van infrastructuur en zijn computers gewoonweg te duur voor een groot deel van de bevolking.
Bron: www.webfoundation.org
Bovenstaand kaartje toont welke landen een hoog gebruik hebben van internet en mobiele telefoons (o.a. Nederland en Scandinavie) en in welke gebieden het gebruik laag is (een groot deel van Afrika). Toch laat Afrika de snelste groei zien in het aantal internetgebruikers.
Maak opdracht 3-7.
In Afrika groeit het aantal internetgebruikers onder andere snel door de opkomst van mobiel internet. Een mobiele telefoon is aanmerkelijk goedkoper dan een computer, en de afwezigheid van infrastructuren als kabel en telefoonlijnen vormen geen belemmering. In sommige gebieden in Afrika waar niet overal electriciteit is, kun je een stopcontact huren om je telefoon op te laden. Als je geen telefoon hebt, is ook deze te huur om mee te bellen of te internetten. In gebieden waar geen electriciteit en geen zendmasten zijn, wordt nu geexperimenteerd met zogenaamde internetkiosken: een klein gebouwtje voorzien van een zonnepaneel, een satellietontvanger en een computer. Daardoor is het mogelijk om te internetten in de meest afgelegen gebieden. In deze gebieden kan de toegang tot internet een grote impact hebben op het dagelijks leven.
Maak opdracht 3-8.