Instabiele zuren

Instabiele zuren zijn zuren die niet in zuivere vorm voorkomen, maar alleen in lage concentraties in de oplossing.
Voorbeelden zijn koolzuur en zwaveligzuur.

 

Koolzuur

Het bekendste voorbeeld van een instabiel zuur is koolzuur (H2CO3).
In een oplossing van CO2 in water stelt zich het volgende evenwicht in:

Dit evenwicht ligt sterk naar links. Dat is de reden waarom koolzuur dikwijls wordt geschreven als
(CO2 + H2O). Het gevormde koolzuur is een zwak tweewaardig zuur en reageert met water volgens:

Bij optelling van beide reactievergelijkingen ontstaat:

Door deze reactie heeft regen in schone lucht een pH van 5,6.
Tabel 49 van BINAS bevat de evenwichtsconstante van dit evenwicht, genoemd als Kz van (CO2 + H2O).
 
 

Molecuulmodel van koolzuur, H2CO3
Bron: McMurry & Fay, Chemistry

 

Zwaveligzuur

Bij zwaveldioxide is sprake van soortgelijke evenwichten.
In water ontstaat met SO2 een zure oplossing:

Zwaveligzuur (H2SO3) is evenals koolzuur instabiel en wordt geschreven als(SO2 + H2O).
 
 

Zuurvormende oxiden

 CO2 en SO2 noemen we zuurvormende oxiden.
Het zijn zelf geen zuren, maar opgelost in water doen ze H3O+-ionen ontstaan en verlagen ze de pH.
Andere voorbeelden van zuurvormende oxiden zijn:
N2O -> HNO3
N2O3 -> HNO2
P2O -> H3PO4
P2O -> H3PO3