Dat de pH van een buffer bij toevoeging van een kleine hoeveelheid sterk zuur of sterke base of bij verdunning slechts in geringe mate verandert, verklaren we met de evenwichtsvoorwaarde. We laten dit zien aan de hand van de azijnzuur/acetaatbuffer. In een oplossing van azijnzuur stelt zich het volgende evenwicht in:
Azijnzuur (HAc = CH3COOH) is een zwak zuur: het evenwicht ligt sterk naar links. Natriumacetaat (NaAc = CH3COONa) is een zout dat in oplossing volledig dissocieert:
Door toevoegen van Ac- zal het evenwicht nog meer naar links verschuiven.
Na opnieuw instellen van het evenwicht zullen slechts zeer weinig HAc-moleculen zijn gesplitst, met andere
woorden: het aantal aanwezige HAc-moleculen zal vrijwel gelijk zijn aan het aantal toegevoegde HAc-moleculen.
Dit houdt tevens in dat alle in het mengsel aanwezige Ac--ionen vrijwel alleen afkomstig zijn van het toegevoegde NaAc.
Uit de evenwichtsvoorwaarde kunnen we een uitdrukking afleiden voor de pH van de bufferoplossing:
We noemen dit de bufferformule; deze geldt voor elk buffersysteem van het type HZ/Z-.
De pH van de bufferoplossing is dus uitsluitend afhankelijk van de verhouding [HAc]/[Ac-], of wat op hetzelfde neerkomt van de molverhouding HAc/Ac-.
Met deze formule kunnen we snel de pH van een bufferoplossing uitrekenen omdat deze verhouding bekend is.
Deze pH kunnen we ook gewoon met de Kz berekenen, zonder gebruik te maken van de bufferformule (zie tabblad Berekeningen onder 'pH buffer').
Bij verdunning is de pH van de bufferoplossing constant. [HAc] en [Ac-] veranderen in gelijke mate: de verhouding [HAc]/[Ac-] is constant.
Een kleine verandering in [HAc] en [Ac-] door toevoeging van een kleine hoeveelheid sterk zuur of sterke base heeft een gering effect op de waarde van de verhouding [HAc]/[Ac-].
Het effect op de pH is nog veel geringer (zie tabblad Berekeningen onder 'Verandering pH buffer').
Effect van kleine hoeveelheden toegevoegd zuur of base
op de samenstellimg van een bufferoplossing Bron: McMurry & Fay, Chemistry