Zwakke basen

Een zwakke base reageert slechts gedeeltelijk met water onder vorming van OH--ionen.
De reactie is een evenwichtsreactie. Het watermolecuul fungeert hier dus als zuur!
Onder de knop 'Amfolyten' van deze paragraaf komen we hier op terug.
Het OH--ion is volgens de theorie van Brønsted-Lowry zelf ook een base. Het neemt een H+-ion op in de 'terugreactie' van het evenwicht.
Volgens deze theorie is een zwakke base in water een base die zwakker is dan de base OH-.
Hieronder staan enkele voorbeelden van zwakke basen in water.

 

Ammoniak

In een oplossing van ammoniak, bestaat het volgende evenwicht:

Het stikstofatoom van het NH3-molecuul heeft nog een vrij elektronenpaar, waar het H+-ion aan kan binden.

 

 

De evenwichtsreactie van ammoniak met water
Bron: McMurry & Fay, Chemistry
 
 
Uit metingen blijkt dat in een 0,1 M ammoniakoplossing slechts ongeveer 1% van de opgeloste ammoniakmoleculen hebben gereageerd.
Een oplossing van NH3 in water noemen we ammonia. De juiste chemische notatie voor ammonia is: NH3(aq).

 

Aminen

Aminen kan je afgeleid denken van ammoniak waarin tenminste één H-atoom is vervangen door een restgroep uit de koolstofchemie. Een voorbeeld is methylamine (CH3NH2).
Aminen zijn organische basen; ze zijn allen zwak:

Carbonaat

Een oplosbaar carbonaat vormt ook een basische oplossing, omdat het carbonaation een zwakke base is.
Carbonaat is het zuurrestion van het zwakke zuur H2CO3.
Een voorbeeld is Na2CO3 in water:

NB: De Na+-ionen hebben geen invloed op de zuurgraad van de oplossing.

 

Zuurrestionen van zwakke zuren

Oplossingen van alle zouten waarvan het zuurrestion is afgeleid van een zwak zuur zijn basisch.
Zuurrestionen van zwakke zuren reageren op dezelfde wijze als carbonaat. Bijvoorbeeld acetaat: