We nemen weer als voorbeeld de azijnzuur/acetaatbuffer. Het is van belang dat het buffermengsel zodanig wordt samengesteld dat verstoringen een minimaal effect hebben op de verhouding
[HAc]/[Ac-], zodat de pH vrijwel constant blijft. De buffer werkt het beste als:
[HAc] en [Ac-] voldoende groot zijn: [HAc] en [Ac-] 0,01 mol.L-1.
De concentraties veranderen dan maar weinig door toevoeging van een kleine hoeveelheid sterk zuur of sterke base.
In de figuur hieronder heeft de rode lijn betrekking op 100 ml HAc/Ac--buffer met concentraties
0,1 M. De blauwe lijn hoort bij dezelfde buffer met concentraties van 1,0 M.
Effect van concentratie van de buffercomponenten Bron: Oxtoby, Principles of Modern Chemistry
[HAc] en [Ac-] niet te veel verschillen:
De bufferwerking is optimaal als [HAc]/[Ac-] = 1.
DepH-veranderingen door toevoeging van een kleine hoeveelheid sterk zuur of sterkebase zijn dan minimaal. Bovendien buffert de oplossing in beide gevallen evengoed. Naarmate de verhouding sterker afwijkt van 1, neemt de pH-verandering doortoevoeging van dezelfde hoeveelheid sterk zuur of sterke base toe (zie tabbladBerekeningen onder 'Optimale samenstelling').
Keuze buffersysteem
Welk buffersysteem we kiezen voor het laten verlopen van een reactie bij een bepaalde pH of voor het ijken van een pH-meter, hangt voornamelijk af van de gewenste pH-waarde. Voor een buffersysteem van het type HZ/Z- geldt immers de bufferformule:
De buffer zal het beste kleine veranderingen in de [H3O+] en [OH-] kunnen opvangen als [HZ]/[Z-] = 1, dus als pH = pKz: de zogenoemde bufferende werking is bij deze pH het grootst.
We moeten dus een buffer kiezen met een pKz-waarde zo dicht mogelijk bij de gewenste pH-waarde.
Door af te wijken van deze 1 : 1 verhouding kunnen we als het ware een buffer maken 'op bestelling'.
De azijnzuur/acetaat- bufferoplossing zal steeds ruwweg een pH-waarde hebben liggend tussen 4 en 6, afhankelijk van de verhouding HAc/Ac-.
Het is een voorbeeld van een 'zure buffer'.
We kunnen een 'basische buffer' verkrijgen door bijvoorbeeld een oplossing te maken van gelijke hoeveelheden ammoniumchloride en ammoniak. De pH daarvan zal 9,25 bedragen.
De waarde is te variƫren door de verhouding NH4+/NH3 te variƫren, maar zal toch meestal ruwweg tussen 9 en 10 liggen.