pH na verdunning

De oplossingen A en B hebben beide pH = 11,47.
Oplossing A is natronloog en oplossing B is 0,50 M ammonia.
Bereken de pH van beide oplossingen nadat het volume door verdunning is verdubbeld.
 
Oplossing A: pOH = 2,53 komt overeen met [OH-] = 3,0.10-3 mol .–1.
Na verdunnen is de molariteit gehalveerd en dus ook de [OH]:
[OH-
= 1,5.10-3  
pOH = 2,83 
pH = 11,17
 
 
Oplossing B: na verdunnen is de molariteit c(NH3) = 0,25 M.
Berekening van de pH van 0,25 M NH3-oplossing
NH3 is een zwakke eenwaardige base; de berekening moet via de evenwichtsvoorwaarde verlopen.

Een tabel maakt de berekening overzichtelijk:

  

 concentratie

 [NH3] in mol.L-1

 [NH4+] in mol.L-1

 [OH-] in  mol.L-1

 begin

0,25

≈0

≈0

 verandering,Δc

-x

x

x

 evenwicht

0,25-x

x

x

De Kb van NH3 vinden we in BINAS. Invullen in de formule geeft:

x1 voldoet niet, want de [OH-] kan in dit geval niet negatief zijn.

[OH-] =2,1.10-3

pOH = - log 2,1.10-3 = 2,68

pH = 14,00 – pOH = 11,32

Zoals verwacht is de pH-daling bij de ammonia minder dan bij de natronloog.