Meerwaardige zuren

Zuren die één H+-ion per molecuul kunnen afstaan noemen we eenwaardige zuren (bijvoorbeeld HNO3).
Zuren die twee H+-ionen kunnen afstaan noemen we tweewaardige zuren (zoals H2SO4).
H3PO4 is een driewaardig zuur.
Meerwaardige zuren zullen niet onder alle omstandigheden alle H+-ionen afstaan.

 

Zwavelzuur

In het geval van zwavelzuur, een sterk zuur, is de eerste dissociatie volledig.
Alle H2SO4-moleculen verliezen tijdens het oplossen een H+-ion. Daarbij ontstaat het ion HSO4- dat een zwak zuur is. De tweede dissociatie is een evenwichtsreactie; het dissociatiepercentage van HSO4- is ongeveer 1% in een 1 M zwavelzuuroplossing.
 
 

Een zwavelzuuroplossing bevat dus geen H2SO4-moleculen, maar wel HSO4-- en SO42--ionen. Meestal vatten we zwavelzuur op als een volledig sterk zuur.

 

Molecuulmodel van zwavelzuur
Bron: McMurry & Fay, Chemistry

 

Fosforzuur

Bij het driewaardige (zwakke) fosforzuur (H3PO4) verloopt geen van de drie dissociaties volledig: er bestaan drie evenwichtstoestanden in de fosforzuur oplossing. Voor elk van de drie evenwichten geldt een aparte Kz.
 
 

Uit de zuurconstanten valt af te leiden dat de tweede dissociatie veel moeilijker verloopt dan de eerste. Het tweede waterstofion moet zich tegen de aantrekking van een één-min lading verwijderen. Bovendien verschuift het tweede evenwicht ook nog naar de kant van H2PO4- door de relatief hoge concentratie H3O+-ionen, die in de eerste dissociatie zijn gevormd. Voor het derde evenwicht geldt het voorgaande in sterkere mate. Het gevolg is dat de bijdrage aan de totale [H3O+] door de tweede en derde dissociatie te verwaarlozen is.