pH na verdunning
Voor een oplossing van een eenwaardig sterk zuur geldt dat de [H3O+] gelijk is aan de
molariteit van het zuur, omdat een sterk zuur volledig in ionen is gesplitst: [H3O+] = c(HZ)
Bij verdunning tot n maal het oorspronkelijke volume, wordt de molariteit en dus ook de [H3O+] n maal zo klein.
De [H3O+] in een oplossing van een zwak zuur wordt behalve door de molariteit ook door de sterkte van het zuur bepaald. Na verdunnen tot n maal het oorspronkelijke volume is wel de molariteit van het zuur n maal zo klein geworden, maar de [H3O+] niet.
De [H3O+] van de verdunde oplossing moeten we opnieuw met de Kz berekenen, omdat het zuurevenwicht naar rechts verschuift.