Rangschikking naar sterkte

In BINAS tabel 48 is een groot aantal oxidatoren gerangschikt naar afnemende oxidatorsterkte.
Daarnaast staan hun geconjugeerde reductoren. Deze vertonen een toenemende reductorsterkte. De sterkste oxidator, F2, staat bovenaan. Zijn geconjugeerde reductor F- is dus de zwakste reductor. De zwakste oxidator in de tabel is Li+; zijn geconjugeerde reductor Li is de sterkste reductor.
In de tabel vinden we de volgordes terug van de metalen en de halogenen die we onder de vorige knoppen al
hebben genoemd. Ook komen in de tabel veel samengestelde deeltjes voor, die kunnen optreden als oxidator of als reductor.

 

Standaardelektrodepotentiaal

In de tabel staat achter elk redoxkoppel een zogenaamde standaardelektrodepotentiaal, V0, uitgedrukt in volt. Hoe deze waarden zijn bepaald en wat ze betekenen, bespreken we in het thema 'Sk-14 Elektrochemie'. Hier maken we uitsluitend gebruik van de getalwaarden als maat voor de sterkte van de oxidatoren en reductoren. Voor oxidatoren geldt dat een hoge waarde van V0 overeenkomt met een grote oxidatorsterkte. Een grote reductorsterkte daarentegen correspondeert met een lage waarde van V0.
 
Hoe hoger V0, hoe sterker de oxidator is en hoe zwakker zijn geconjugeerde reductor.
 

Gebruik van BINAS

De tabel in BINAS moeten we met voorzichtigheid hanteren.
De sterkte van oxidator en reductor hangt niet alleen af van de deeltjessoort, maar wordt bovendien beïnvloed door:
  • de concentraties van de deeltjes.
    Bijvoorbeeld, SO42- is alléén oxidator in geconcentreerd H2SO4 (daarbij overgaand in SO2 en H2O). Verdund H2SO4 levert alleen maar H+(aq)-ionen als oxidator. Oplossingen van alleen sulfaten hebben géén oxiderende werking.
    Zoiets treedt ook op bij het NO3--ion. Het is alleen oxidator in een oplossing van HNO3. De oxidatorsterkte hangt af van de concentratie van het zuur: bij geconcentreerd salpeterzuur als oxidator ontstaat NO2 (V0 = 0,81 V); bij verdund salpeterzuur ontstaat NO (V0 = 0,96 V).
    Dat het nitraation in zuur milieu een veel sterkere oxidator is dan het waterstofion, verklaart het oplossen van de metalen Cu, Hg en Ag in salpeterzuur.
  • het reactiemilieu.
    Vaak maakt het verschil of de oplossing is aangezuurd of niet, dus of er al of niet H+(aq) aanwezig is. Zo staat bijvoorbeeld de oxidator waterstofperoxide (H2O2) twee keer in tabel 48. Bijna bovenaan staat de halfvergelijking voor een aangezuurde H2O2-oplossing:

     Iets verder in de tabel (de oxidatorwerking is dus minder sterk) staat de halfvergelijking voor de niet-aangezuurde oplossing: