5. Landbouwkundige eigenschappen van enkele belangrijke grassen. Klaver.

Engels raaigras
Engels raaigras is verreweg de belangrijkste component van goed, blijvend grasland. Het is een grassoort die onder beweidingsomstandigheden een zeer goede zode kan vormen. Bij herhaaldelijk maaien kan de zode vrij hol worden, vooral wanneer te kort of te laat wordt gemaaid. Zolang het niet is doorgeschoten, is Engels raaigras een smakelijke grassoort. Een zwak punt van Engels raaigras is de gevoeligheid voor kroonroest.

Timotee
Timotee is een zeer wintervaste grassoort die in een jong stadium erg smakelijk is. Timotee voelt zich het best thuis op wat zwaardere, goed vochthoudende grondsoorten (klei en veen) en kan hier gemiddeld 10-15% van het grasbestand uitmaken. Op lichtere gronden bedraagt het aandeel timotee meestal 0-5%.

Beemdlangbloem
Beemdlangbloem is een grassoort die zich vooral thuis voelt op wat nattere percelen. Op drogere percelen is het aandeel van beemdlangbloem in het grasbestand meestal lager dan 5%.

Veldbeemdgras
Veldbeemdgras is een zodesluiter. Het is een grassoort die pas een rol begint te spelen wanneer de zode is beschadigd door vorst, droogte, te kort maaien, emelten, drijfmest enzovoort. Veldbeemdgras vestigt zich moeilijk en is een trage kiem. Bij inzaai van veldbeemdgras is de vochtvoorziening in de toplaag nogal eens een probleem.

Italiaans raaigras
Italiaans raaigras is een zeer productieve grassoort die echter slechts een of twee jaar meegaat. Het kan goed tegen maaien, mits de stoppellengte minimaal 7 cm bedraagt. Vanwege de smakelijkheid en de vroege voorjaarsontwikkeling is het erg geschikt voor stalvoedering. Het gewas groeit snel, zodat je moet oppassen dat het gras niet te lang wordt.

Westerwolds raaigras
Westerwolds raaigras is een snelgroeiende, éénjarige variant van Italiaans raaigras. Het is niet winterhard en schiet in vrijwel iedere snede door.

Kropaar
Kropaar is een grassoort met een zeer goede zomerproductie. Dit komt vooral door de goede droogteresistentie. De levensduur van kropaar is uitstekend en de grasmat wordt in de loop der jaren eerder beter dan slechter. Opvallend is de zeer snelle hergroei, ook onder droge omstandigheden. Korter maaien dan 7 cm wordt echter slecht verdragen.

Rietzwenkgras
Rietzwenkgras is een meerjarige, zeer productieve grassoort die vrij goed tegen natte omstandigheden en ook vrij goed tegen droogte kan. Door veredeling zijn fijnbladige rassen verkregen. Dit is vooral van belang bij beweiding en stalvoedering. De eerste snede van rietzwenkgras is zes tot tien dagen vroeger dan die van Engels raaigras.

Minder gewenste grassen
In grasland komen naast goede grassen ook matige en slechte grassen voor. Deze zijn minder of niet gewenst omdat ze minder opbrengen, minder smakelijk zijn of een lagere voederwaarde hebben dan de goede grassen. In de tabel hieronder staan de bekendste matige en slechte grassoorten genoemd met daarbij een waarderingscijfer. Bij de waardering is Engels raaigras als uitgangspunt genomen. Die goede grassoort is met een tien gewaardeerd. Matige grassen scoren tussen de 5 en 8 punten, slechte grassen scoren minder dan 5 punten.

 

 

Waarderingscijfers voor een aantal grassen

Kweek
Een zeer bekende matige grassoort is kweek. Per streek heeft dit gras een andere naam. Kweek is een stengelige grassoort die behoorlijk productief kan zijn. Vanwege de slechte smakelijkheid wordt ze toch tot de matige grassoorten gerekend. Kweek kan beter tegen droogte, wateroverlast, drijfmest, kort maaien, zodebeschadiging en vorst dan Engels raaigras. Daarom slaagt kweek er bijna altijd in om zich uit te breiden. Alleen door zeer vaak te weiden (of standweiden) is kweek in toom te houden. Dit is één van de redenen waarom na twee keer weiden altijd moet worden gebloot. Onder bloten verstaan we het afmaaien van een perceel na het beweiden. Alle pollen worden zo gemaaid en je krijgt weer een schone weide.

Straatgras
Een ander zeer bekend gras is straatgras of tuintjesgras. Het kan zich in intensief gebruikt grasland enorm uitbreiden. Straatgras wordt slecht gewaardeerd omdat het een grassoort is met een slechte smakelijkheid, een lage voederwaarde en een lage opbrengst. Straatgras heeft een zeer oppervlakkig wortelstelsel. Daardoor kan het eerder profiteren van de mineralen uit mest en van regenwater dan Engels raaigras. Straatgras schiet snel en uitbundig door en vormt daarbij grote hoeveelheden zaad. Daardoor kan straatgras zich sterk uitbreiden na zodebeschadiging door vorst, drijfmest, vertrapping, emelten enzovoort. Straatgras vormt een dichte zode. Een typisch kenmerk van percelen met veel straatgras is, dat het gras na een droge periode snel verdort en afsterft. Na een enkele regenbui wordt het land zeer snel weer groen doordat het straatgraszaad massaal tot ontkieming komt.

Klaver

Het gewas klaver verdient speciale aandacht.

Klaver is geen gras maar een kruid. Het behoort tot de familie van de vlinderbloemigen. Tot deze familie behoren ook bijvoorbeeld erwten en bonen, wikkesoorten en lucerne. Kenmerkend voor deze familie is dat op de wortels (in de zogenaamde wortelknolletjes) van deze planten een bacterie leeft (Rhizobiumsoorten) die stikstof uit de lucht bindt zodat die opgenomen kan worden door de plant. Een soort "gratis bemesting" dus. Hierdoor kan de aanwezigheid van klaver in grasland al snel zorgen voor een stikstoflevering van plm. 50 kg/ha/jaar. Daarnaast zorgt ook klaver (net zoals een aantal andere kruiden) voor een rijkere minerale samenstelling van het plantenbestand en is ook het eiwitgehalte van klaver hoger.
In de grasmat kan klaver in enkele jaren weggeconcurreerd worden. Dit gebeurt vooral op percelen met een hoge stikstofbemesting (250 kgN/ha/jaar). Ook voelt de klaver zicht beter thuis op percelen waar meer beweid wordt dan gemaaid. Omdat klaver niet zo groot wordt, verstikt het snel in de zwaardere maaisnede.
Op percelen waar niet "op de top" met stikstof wordt bemest, kan de aanwezigheid van klaver dus zeer positief zijn: de door de bacterieën gebonden stikstof komt ook te goede aan het gras. Verder moet ook de pH niet al te laag zijn (optimaal 5,5) en het perceel goed ontwaterd.