Edelgasconfiguratie

Elke periode eindigt met een edelgas. Edelgassen hebben een volle buitenste schil, die 8 elektronen bevat (2 voor He).
Een dergelijke situatie is zeer stabiel, zodat ze geen bindingen aangaan met andere atomen; ze zijn inert (niet-reactief). We noemen een elektronenverdeling als van een edelgas een edelgasconfiguratie.
 
De octetregel stelt dat het aantal elektronen in de buitenste schil van een atoom niet meer dan acht kan bedragen. Uitzondering hierop is waterstof, met maximaal twee elektronen.
 
Bij de vorming van bindingen tussen atomen verandert er alleen iets in de buitenste schil van de betrokken atomen. Een atoom zal zodanig veranderen, dat het een edelgasconfiguratie krijgt, of deze zo dicht mogelijk benadert.
 
Er zijn twee manieren waarop een atoom een edelgasconfiguratie kan bereiken: door vorming van een ion (zie 'Ionen: atomen met een lading') of door vorming van (polaire) atoombindingen (zie de paragraaf 'Bindingstypen').