Moleculaire stoffen

Algemene en kenmerkende eigenschappen

 

Voorbeelden van moleculaire stoffen (verreweg de grootste groep stoffen) zijn: water, zuurstof, zwavel, suiker, kaarsvet en alcohol.
 
Er is een groep stoffen die vaak als een aparte groep stoffen wordt gezien, namelijk de macromoleculaire stoffen. Dat zijn stoffen die uit macromoleculen bestaan, zoals: rubber, eiwitten, plastics, papier, zetmeel, wol en katoen.
 

Molecuulrooster

Een kristal van een moleculaire stof bestaat uit moleculen, die geordend zijn in een molecuulrooster.
De krachten tussen de moleculen onderling leiden tot de intermoleculaire binding (zie ook 'Intermoleculaire binding' in de paragraaf 'Bindingstypen'). De aard van deze binding komt uitvoerig aan de orde in het thema 'Moleculaire stoffen' (zie 'Intermoleculaire krachten').

Molecuulrooster van methaan (smeltpunt -182 oC)
Bron: Petrucci, General Chemistry
Voor verdieping zie Molecular structures.
 

Molecuulbinding en stofeigenschappen

De intermoleculaire binding of molecuulbinding is een zwakke kracht. Vandaar dat moleculaire stoffen altijd zacht zijn en lage smelt- en kookpunten hebben.
Bedenk hierbij dat bij smelten en verdampen van een moleculaire stof de moleculen zelf intact blijven. Slechts de (zwakke) krachten tussen de moleculen onderling worden verbroken. Alle stoffen die bij kamertemperatuur vloeibaar of gasvormig zijn behoren tot de moleculaire stoffen, uitgezonderd kwik. Deze regel mag je niet omdraaien: er bestaan ook talrijke vaste moleculaire stoffen.
 
Een moleculaire stof bevat geen vrije elektronen, zoals de metalen, of ionen, zoals de zouten. Noch in vaste, noch in vloeibare vorm zal een moleculaire stof elektrische stroom kunnen geleiden.