De sterkte van een dipool drukken we uit in het dipoolmoment m.
Het dipoolmoment is een vectorgrootheid: een grootheid met een grootte en een richting.
In het molecuul geven we het weer met een pijl die wijst van het centrum van de lading naar dat van de lading.
Een eenvoudig voorbeeld is het waterstoffluoridemolecuul met één polaire atoombinding, één bindingsdipool. Het H-atoom is iets positief en het F-atoom iets negatief geladen:
De grootte van het dipoolmoment is gelijk aan:m = lading () x afstand van ladingsmiddelpunten ( en )
In het SI-eenhedenstelsel heeft het dipoolmoment de eenheid coulomb meter (Cm). In BINAS tabel 55 staan de dipoolmomenten van enkele eenvoudige anorganische en organische stoffen.
Een belangrijk voorbeeld van een molecuul met dipool is het H2O-molecuul. Het is een gehoekt molecuul met twee polaire atoombindingen, twee bindingsdipolen.
De partiële dipoolmomenten kunnen we vectorieel optellen tot het netto dipoolmoment van het molecuul. Een ander voorbeeld van een molecuul met dipool is het NH3-molecuul.
Dipool van een H2O-molecuul en een NH3-molecuul Bron: Brady & Senese, Chemistry
Sieger Kooij over de begrippen: 'dipool' en 'dipoolmoment'