Smeltpunt en kookpunt

Bij faseveranderingen blijven de moleculen intact.
Bij smelten en verdampen zijn dus alleen de intermoleculaire krachten van belang.
Van verbreken van de veel sterkere atoombindingen in een molecuul is geen sprake.
 
De smelt- en kookpunten van een moleculaire stof zijn een maat voor de grootte van de intermoleculaire krachten. Het is echter niet eenvoudig om de hoogte ervan precies te voorspellen. We beperken ons tot het
vergelijken van smelt- en kookpunten van verschillende stoffen. Soms zijn smelt- en kookpunten niet te meten, omdat verbindingen voor die tijd ontleden.
 

Apolaire stoffen

Bij moleculen zonder dipoolmoment is de zwakke London-VanderWaalskracht de enige onderlinge bindingskracht die optreedt. Daardoor zijn de smelt- en kookpunten van apolaire stoffen extreem laag. Veel stoffen zijn bij kamertemperatuur vloeistoffen of gassen. Hoe groter de molecuulmassa van een stof, des te sterker is de London-VanderWaalskracht. Als gevolg hiervan zijn bijvoorbeeld H2, F2 en Cl2 bij kamertemperatuur gassen, is Br2 een vloeistof en is I2 een vaste stof.
 

Halogeen

Smeltpunt (K)

Kookpunt (K)

F2

53,5

85,0

Cl2

172,2

238,6

Br2

265,9

331,9

I2

386,7

457,5

 
 
Het effect van de vorm van moleculen komt bijvoorbeeld tot uiting in de kookpunten van koolwaterstoffen met dezelfde molecuulformule, maar met verschillende structuur.
In de tabel staan de kookpunten van de drie isomeren van pentaan, C5H12. Het meest bolvormige molecuul is de stof met het laagste kookpunt. Zie ook 'London-VanderWaalskracht' in de paragraaf 'Intermoleculaire krachten'.
 
 

Isomeer

Kookpunt (K)

n-pentaan

309

2-methylbutaan

301

2,2-dimethylpropaan

283

 

 

Polaire stoffen

Bij moleculen met een dipoolmoment zijn de intermoleculaire krachten door de dipool-dipoolaantrekking iets sterker, maar veel verschil zal dat niet maken. De algemene trend is dat smelt- en kookpunten stijgen met toenemende molecuulmassa.
Sommige stoffen, zoals H2O, NH3 en HF, wijken duidelijk af van deze trend. Ze hebben vanwege de vorming van waterstofbruggen aanzienlijk hogere kookpunten dan we op grond van de molecuulmassa kunnen verwachten.

Kookpunten van enkele waterstofverbindingen
Bron: McMurry & Fay, Chemistry