Wat weet je allemaal al?
Ik weet precies hoe en wat een imker doet
Ik weet gedeeltelijk hoe en wat een imker doet
Ik weet niet zo goed wat een imker precies doet
Ik weet precies uit welke onderdelen een bijenkast bestaat
Ik weet gedeeltelijk uit welke onderdelen een bijenkast bestaat
Ik weet niet uit welke onderdelen een bijenkast bestaat
Ik weet precies het verschil tussen een hommel en een bij
Ik weet gedeeltelijk het verschil tussen een hommel en een bij
Ik weet niet zo goed het verschil tussen een hommel en een bij
Ik weet precies waarom een bij honing maakt
Ik weet gedeeltelijk waarom een bij honing maakt
Ik weet niet zo goed waarom een bij honing maakt
Ik weet precies waarom een bij honing maakt
Ik weet gedeeltelijk waarom een bij honing maakt
Ik weet niet zo goed waarom een bij honing maakt
Ik weet precies hoe honing wordt gemaakt
Ik weet gedeeltelijk hoe honing wordt gemaakt
Ik weet niet zo goed hoe honing wordt gemaakt
groen is 10 punten
blauw is 5 punten
rood is 2 punten
55 tot 60 punten: Je weet bijna alles over bijen.
35 tot 50 punten: Je weet al veel over bijen.
20 tot 30 punten: Je weet nog niet genoeg over bijen.
0 tot 15 punten : Je weet echt te weing over bijen.