Hieronder staan 5 opdrachten. Schrijf de antwoorden op een blaadje.
Om de opdrachten te kunnen maken kun je de antwoorden vinden bij bronnen.
Succes!
Opdracht 1: Wat weet je van het horen, ruiken en kijken van de koe?
We noemen dat ook wel de zintuigen.
Opdracht 2: Wat eet een koe?
Hoeveel drinkt een koe op een dag?
Opdracht 3: Hoe kun je (zelf) van melk kaas maken?
Opdracht 4: Noem nog drie dingen die je van melk kunt maken .
Opdracht 5: Ook de koe wil een fijn leven hebben en zich prettig voelen.
Dan geeft ze ook lekkere melk.
Of een koe zich in de stal prettig voelt of niet, hangt af van vijf voorwaarden. Deze voorwaarden worden vrijheden genoemd.
Hieronder staan de vijf vrijheden uitgelegd.
A. De eerste vrijheid is, dat een dier geen honger of dorst mag hebben.
B. De tweede vrijheid is dat een dier een fijne plek moet hebben om te wonen.
C. De derde vrijheid is dat een dier geen pijn mag hebben.
D. De vierde vrijheid is dat een dier geen angst en stress mag hebben.
E. De vijfde vrijheid is dat een dier zich natuurlijk kan gedragen.
Wat zijn de voordelen van een biologische stal voor een koe?
Als jij een koe zou zijn in welke stal zou je dan willen wonen?
(Je kunt kiezen uit een gangbare (=gewone) stal of een biologische stal.)