Dehydratie, of uitdroging, leidt bij ouderen tot een verhoogd risico op ziekte en overlijden.
Het is ook een belangrijke aanleiding voor extra ziekenhuisopnames.
Dehydratie komt vaak voor bij ouderen met infecties, maar wordt ook gezien tijdens langdurige periodes van hete buitentemperaturen (hittegolven), waarvan verwacht wordt dat ze in de Westerse wereld steeds meer zullen voorkomen.
Ouderen zijn meer kwetsbaar voor uitdroging dan jongeren. Dit hangt samen met de veranderingen, die als gevolg van het normale verouderingsproces, in de water- en zouthuishouding optreden.
Bij kwetsbare ouderen thuis en in instellingen, die veelal gekenmerkt worden door diverse stoornissen (verschillende ziektebeelden), beperkingen en handicaps én die bovendien vaak veel medicijnen gebruiken, versterken deze factoren niet altijd de genoemde normale fysiologische veranderingen, waardoor hun kans op dehydratie/ uitdroging alleen maar groter is.
...
Een artikel over dat bij teveel eten het risico op geheugen verlies toeneemt.
Wie meer dan 2.100 calorieën per dag eet, heeft twee keer zoveel kans op geheugenverlies. Dat blijkt uit een Amerikaans onderzoek. Een caloriearm dieet zou de geest van oudere mensen scherp houden en zelfs Alzheimer kunnen voorkomen.
Voedingsadvies voor ouderen
Ouderen of bejaarden zijn mensen van 65 jaar of ouder. Deze groep zal in de komende jaren sterk in omvang toenemen. Om te zorgen dat iedereen 'gezond' oud kan worden is het belangrijk dat er goede voeding wordt genuttigd. Voeding heeft een onmiskenbaar effect op het verouderingsproces. In dit artikel wordt beschreven welke factoren van invloed zijn op de zelfzorg voor voeding, en de voedingsadviezen voor ouderen.
Als een slachtoffer meer vocht verliest dan hij inneemt, ontstaat uitdroging (dehydratatie). Het slachtoffer verliest niet alleen vocht, maar ook zouten en andere voedingsstoffen. Deze ernstige toestand kan ontstaan bij hevige diarree, braken, zweten of koorts. Het slachtoffer gaat zich steeds zwakker voelen. Het grootste risico bestaat bij baby’s, jonge kinderen, bejaarden en door ziekte verzwakte personen.
Wat stel je vast bij uitdroging?
Droge mond en slijmvliezen.
Dorst (maar kleine kinderen of ouderen melden dit niet altijd).
De ogen liggen diep in de oogkassen.
De huid verliest zijn soepelheid.
Weinig en donkere, sterk ruikende urine.
Algemeen zwaktegevoel.
Hoofdpijn.
Bij een baby: ingetrokken fontanellen (de huid boven de nog niet aan elkaar gegroeide schedelbeenderen trekt naar binnen).
Wat doe je?
Vraag of het slachtoffer een droge mond heeft. Controleer dit eventueel. Trek een handschoen aan en steek een vinger tussen de kaak en de tanden. Bij uitdroging blijft de handschoen droog.
Controleer de soepelheid van de huid. Neem met duim en wijsvinger een huidplooi op de handrug en laat deze los. Bij uitdroging verdwijnt de plooi traag.
Zorg dat het slachtoffer regelmatig kleine hoeveelheden drinkt. In minder ernstige gevallen is water meestal voldoende. Anders geef je licht gezouten bouillon of verdund fruitsap. Bij de apotheker, in sportwinkels of winkels voor avontuurlijk reizen vind je ook kant-en-klare oplossingen die beschermen tegen uitdroging. Als die niet beschikbaar zijn, voeg je aan een liter drinkbaar water een half theelepeltje zout, een half theelepeltje bakpoeder (natriumbicarbonaat) en drie theelepeltjes suiker toe.
Hoe voorkom je uitdroging?
Drink voldoende, wacht niet tot je dorst krijgt.
Drink meer dan gewoonlijk als je koorts hebt, extra inspanning doet (sport of werk) en bij warm en vochtig weer.
Drink regelmatig kleine hoeveelheden.
Drink verschillende soorten drankjes (water, bouillon, groentesap, limonade).
Eet fruit en groenten die rijk zijn aan water. Bijvoorbeeld een watermeloen of komkommer.