Oefenen

 

Oefening 1
Kies de juiste vorm van het werkwoord être.

Oefening 2
Kies de juiste vorm van het werkwoord être.

Oefening 3
Vul de juiste vorm in van het werkwoord être. Klik eerst in het vakje bovenaan een werkwoordsvorm aan. Vervolgens ga je met de muis naar het tekstje. Klik de plaats aan waar de werkwoordsvorm moet komen. Om na te kijken klik je op corriger.