Oefening 1
Kies de juiste vorm.
Oefening 2
Zet de persoonlijke voornaamwoorden in de goede zin. Klik eerst op een persoonlijk voornaamwoord in het bovenste kader. Klik vervolgens op de plek waar je deze wilt plaatsen. Als je klaar bent met alle vormen, klik je op corriger.
Oefening 3
Vul de juiste vormen in van de regelmatige werkwoord. Let op: bij zin 8 vragen ze in het tweede vakje naar de gebiedende wijs. Vul hier in: arrĂȘte.