Oefenen

 

Oefening 1
Kies het juiste voorzetsel + lidwoord.

Oefening 2
Vul de juiste vorm in van à + lidwoord.

Oefening 3
Kies de juiste vorm van de + bepaald lidwoord.

Oefening 4
Plaats de woorden uit de ballonnen op de juiste plaats in het verhaal.