Er zijn twee typen vraagzinnen: zonder vraagwoord en met vraagwoord.
Zonder vraagwoord
Drie mogelijkheden om een zin vragend te maken.
1. Punt vervangen door vraagteken.
2. Inversie: onderwerp en persoonsvorm omdraaien. Deze dan wel verbinden met een koppelstreepje.
3. Est-ce que voor de zin zetten.
Met vraagwoord
Drie mogelijkheden om een zin vragend te maken.
1. Vraagwoord aan het begin van de zin.
2. Vraagwoord + est-ce que + rest van de zin.
3. Vraagwoord aan het einde van de zin.
Vraagwoorden
wie = qui/qui est-ce qui
wat = que/qu'est-ce que
waar = où
waarom = pourquoi
wanneer = quand
hoe = comment
hoeveel = combien
welk(e) = quel/quelle/quels/quelles
wat is ... = quel(le) est
wat zijn ... = quel(le)s sont
wat (als het losstaat, na voorzetsel of na c'est/ce sont) = quoi