Het lijdend voorwerp kun je vervangen door een persoonlijk voornaamwoord.
Hieronder zie je de verschillende persoonlijk voornaamwoorden.
Links staan de persoonlijk voornaamwoorden die we gebruiken als het gaat om een onderwerp.
Rechts staan de persoonlijk voornaamwoorden die gebruikt worden als lijdend voorwerp.
als onderwerp | als lijdend voorwerp |
je | me |
tu | te |
il | le, l' |
elle | la, l' |
nous | nous |
vous | vous |
ils | les |
elles | les |
Meestal gebruik je le, la, l' en les. Deze gebruik je namelijk om zelfstandig naamwoorden te vervangen.
Als je een zelfstandig naamwoord (dat lijdend voorwerp is in de zin) wilt vevangen door een persoonlijk voornaamwoord, kijk je eerst naar het getal en geslacht van het zelfstandig naamwoord.
Als dat mannelijk enkelvoud is, krijg je le (l' bij klinkerbotsing), vrouwelijk enkelvoud la (l' bij klinkerbotsing), meervoud les.
Plaats
1. Het lijdend voorwerp als persoonlijk voornaamwoord komt direct voor de infinitief (hele werkwoord).
2. Als er geen infinitief is, komt het direct voor de persoonsvorm.
Let op
Het lijdend voorwerp als persoonlijk voornaamwoord heeft voorrang op de ontkenning.
De volgorde wordt dan: onderwerp - ne - persoonlijk voornaamwoord - persoonsvorm - pas - rest van de zin