Biest

Zoals in het bovenstaande
stuk al aan de orde kwam, heeft de melk niet altijd dezelfde samenstelling.
Koemelk heeft net na afkalven een bijzondere samenstelling. Deze melk
noemen we biest. Biest heeft wel 33% droge stof. In de biest zitten veel meer vetten en
eiwitten dan in gewone melk. Biest heeft ongeveer 20% eiwit. Een
belangrijk deel hiervan van antistoffen of immunoglobulinen. Hierdoor is biest
is een wonderdrankvoor het kalf. Immunoglobulinen worden ook wel serumeiwitten genoemd.
Het kalf kan deze de eerste 36 uur opnemen in de bloedbaan. Het kalf is door de
antistoffen beschermd tegen de eerste ziekteverwekkers. Wanneer biest wordt
verhit, vlokken de eiwitten uit (= klonters). Door deze klonters raakt de
platenpasteur in de fabriek verstopt. Daarom mag biest niet geleverd worden.

Na drie dagen is de melk van de koe weer
normaal. Door de lactatie heen verandert de samenstelling vaak nog een klein
beetje. Koeien aan het begin van de lactatie hebben vaak lagere gehalten dan op
de piek van de lactatie(150-200) dagen. Aan het einde van de lactatie is het
vetgehalte vaak iets hoger. (zie grafiek) Biest is niet meer zo uniek als
vroeger. Vroeger had een kalf de biest van de moeder echt nodig. Tegenwoordig
bestaat er ook kunstbiest en kunstmelk.

Kunstmelk bestaat uit (melk)poeder die je mengt
met water. De melk die zo ontstaat is beter voor het kalf. Kunstmelk bevat
de juiste mineralen en vitaminen. Daarnaast is het vetgehalte (ongeveer 2%)veel
lager, waardoor het kalf niet zo snel aan de diarree raakt. Een te hoog
vetgehalte zorgt van een verkleving van de vetdeeltjes aan de wand van de
lebmaag. Hierdoor wordt de opname van voedingsstoffen moeilijker gemaakt voor
de lebmaag. de slechte vertering die ontstaat kan voor diarree zorgen.