Het Europees Parlement kan onmogelijk in de Algemene Vergadering over alle onderwerpen vergaderen. Daarvoor zijn er gewoonweg te veel parlementariërs. Ook hebben niet alle parlementariërs van alle onderwerpen evenveel verstand. Daarom is het parlement opgedeeld in parlementaire commissies, die de onderwerpen voorbereiden en resoluties maken. In een resolutie staan de beleidsmaatregelen die de commissie wil aanbevelen.
Zo’n parlementaire commissie is natuurlijk nog niet het héle parlement. Daarom worden de resoluties óók besproken in de Algemene Vergadering, die meestal éénmaal per maand in Straatsburg (Frankrijk) bijeen komt.
In het MEP ben jij lid van één van de parlementaire commissies. Elke commissie maakt een resolutie over het opgegeven onderwerp. Dat gebeurt op vrijdag. ‘s Avonds zijn er dan in totaal 6 resoluties klaar, waarover op zaterdag in de Algemene Vergadering gedebatteerd gaat worden.
Dat wordt dus tot in de kleine uurtjes lezen en misschien wel een speech schrijven, omdat je het ergens totáál mee oneens bent….
Het vraagstuk over de samenwerking tussen de Verenigde Staten, de NAVO en de EU-lidstaten op het gebied van defensie. President Trump wendt zijn aandacht steeds meer af van het Europese continent – een ontwikkeling die al onder president Obama in gang gezet is. De Amerikanen focussen zich op strategische regio’s in Azië, om hun nieuwe vijand China het hoofd te kunnen bieden. Maar waar blijft Europa in deze kwestie? Ook op andere gebieden staat de NAVO onder druk, zoals door het optreden van de Turken in Syrië. De Unie heeft op militair gebied echter geen grote slagkracht en is niet in staat om als eenheid op te treden als het gaat om conflicten, zoals de inname van de Krim door de Russen. Kan Europa überhaupt zonder de Amerikanen en de NAVO, die door de Franse president Macron al ‘hersendood’ verklaard is, om op militair gebied verder te integreren? Of moeten we defensie vanuit het raamwerk van Amerikaanse bescherming en leiderschap blijven bezien en is het onmisbaar de relatie met de VS te herstellen en versterken?
Het vraagstuk over ontwikkelingssamenwerking en klimaatverandering. Sinds de industriële revolutie heeft het ‘westen’ (voornamelijk Europa en Amerika) het overgrote deel van de uitstoot van broeikasgassen voor zijn rekening genomen. De grootste schade wordt echter niet in het rijke Europa, dat wel tegen een stootje kan, maar in ontwikkelende Afrikaanse en Aziatische landen geleden. Landen als Mozambique, de Malediven en Bangladesh worden met regelmaat geconfronteerd met de gevolgen van klimaatverandering. Deze landen hebben echter ook de wens zich economisch te ontwikkelen. De ‘klimaatspagaat’ die dit veroorzaakt zorgt voor een dilemma, want zonder vervuiling geen groei. Moet de EU meer doen om deze landen te helpen in hun strijd tegen klimaatverandering? En zo ja, hoe kan Europese kennis en kunde dan het best ingezet worden?
Het vraagstuk van internationalisering in het hoger onderwijs. In de mondiale strijd om menselijk kapitaal wil de Europese Unie studenten goed voorbereiden op de arbeidsmarkt. Volgens de Europese Commissie draagt de vrijheid om te studeren waar je wil binnen de Unie – zogenaamde ‘leermobiliteit’ – bij aan de ontwikkeling van vaardigheden die essentieel zijn voor de arbeidsmarkt en de kansen van studenten. Ook zou dit ervoor zorgen dat er meer kansengelijkheid ontstaat tussen studenten uit verschillende lidstaten met verschillende opleidingsniveaus. De Commissie wil daarom studeren in het buitenland stimuleren. Bij buitenlandse studenten komt echter ook controverse kijken, zoals de discussie over de ‘verengelsing’ van het hoger onderwijs in Nederland. Welke maatregelen kan de Unie nemen – zoals standaardisering of strengere regelgeving – om deze ontwikkelingen in goede banen leiden, zodat internationalisering zich ook daadwerkelijk uitbetaalt?
Het vraagstuk over de toekomst van de EU. Het (geplande) vertrek van de Britten uit de Europese Unie speelt al langere tijd een prominente rol in de media. De eurosceptische Britten stemden voor een Brexit, die, hoewel nog niet voltooid, vrijwel onvermijdelijk lijkt. Hiermee verliest de Europese Unie een belangrijke, maar ook excentrieke lidstaat. Het Verenigd Koninkrijk stond op het gebied van Europese politieke en economische integratie vaak op de rem en leidde lange tijd een groep landen, waaronder Nederland, die ook niet van al te veel integratie gediend waren. De Brexit levert de Unie hiermee naast veel scheidingsleed ook een kans en een keuze op. De Unie kan zich serieus gaan beraden op haar eigen toekomst en het ‘future-proof’ maken van de Europese samenwerking. Willen we meer of minder integratie? Wordt het doorgaan zoals nu, terug naar een puur economisch samenwerkingsverband, of toch op naar een ‘ever closer union’ onder leiding van een Frans-Duitse as?
Het vraagstuk over kunstmatige intelligentie. De wereld verandert in rap tempo. Technologie ontwikkelt zich steeds sneller, met een grote impact op het dagelijks leven van veel Europeanen. Een belangrijke ontwikkeling is die op het gebied van kunstmatige (of artificiële) intelligentie. Deze nieuwe technologie biedt veel mogelijkheden, maar brengt ook vragen over ethiek en veiligheid met zich mee. Op dit moment is Silicon Valley koploper op dit gebied, maar China is bezig aan een inhaalslag. Europa dreigt het buitenbeentje op het gebied van AI te worden, terwijl deze technologie de komende jaren alleen maar belangrijker zal worden voor de civiele- en militaire infrastructuur van Europese landen. Willen we op dit gebied wel afhankelijk zijn van Amerikaanse internetgiganten zoals Google en Facebook of van een land als China? Eurocommissaris Margrethe Verstager zet hard in op kunstmatige intelligentie, maar hoe moet de ontwikkeling vorm krijgen? Hoe kan Europa ervoor zorgen dat we de concurrentieslag op AI-gebied aankunnen én onze veiligheid kunnen garanderen?
Het vraagstuk over de privacy van de Europese consument. Internetgiganten als Google en Facebook zijn op veel gebieden bijna monopolisten. Gigantische hoeveelheden gegevens worden dagelijks door de bedrijven opgeslagen, maar niemand weet precies wat er met deze gegevens gebeurt. Schandalen in Amerika, zoals die omtrent Cambridge Analytica en de verkiezing van president Trump, veroorzaken veel ophef en ook in Europa spelen zorgen over de privacy van burgers een prominente rol. Want hoe veilig is privacygevoelige informatie – die vandaag de dag bijna letterlijk geld waard is – in de handen van de techmonopolisten ? Europa heeft zich meermaals hard opgesteld tegenover Facebook en Google, maar hoe kunnen we garanderen dat de privacy van de EU-burger gerespecteerd wordt? Vraagt dit om meer boetes, of strengere regelgeving – wellicht in samenwerking met de Amerikaanse bondgenoot?
Etty Hillesum Lyceum 1,2,3 en 4
Pius X 1,2,5 en 6
Het Vechtdal College 3,4,5 en 6
Bataafs Lyceum 1,2,3 en 4
Twickel SG 1,2,5 en 6
SG De Waerdenborch 3,4,5 en 6
Carmel College Salland 1,2,3 en 4
Van der Capellen SG 1,2,5 en 6
Thomas a Kempiscollege 3,4,5 en 6
Gymnasium Celeanum 1,2,3 en 4
Carolus Clusius College 1,2,5 en 6
Thorbecke SG 3,4,5 en 6
Almere College 1,2,3 en 4
Reggesteyn College 1,2,5 en 6
Meander College 3,4,5 en 6
SG De Waerdenborch
Twickel College
Carmel Collge Salland
Reggesteijn College
Carolus Clusius College
Gymnasium Celeanum