Opdracht 1 Theorie Verkoopgesprek

Vragen bij de TWIXX  VERKOOPGESPREK

  1. STAR is een gesprektechniek. Waarvoor staan de letters?
  2. Wanneer maak je gebruik van de STAR-methode?
  3. Wat voor soort vragen stel je ls je gebruik maakt van de STAR-methode?
  4. Soms wordt STAR uitgebreid met een extra R. Wat betekent dan de tweede R in STARR?
  5. Een andere gesprekstechniek is de SPIN-methode. Waarvoor staan de letters in SPIN?
  6. Wat versta je onder implicatievragen?
  7. LSD is ook een gesprekstechniek. LSD betekent?
  8. Bij een gesprek kun je gebruik maken van de 6 A’s. Noem de 6 A’s.
  9. Wat is assertiviteit?
  10. Wat versta je onder een alternatief?
  11. Noem drie manieren om een verkoopgesprek op te bouwen.
  12. Wat houdt confrontatie in?
  13. Wat versta je onder een argument?
  14. Omschrijf in eigen woorden wat je verstaat onder een koopsignaal.
  15. Noem 5 soorten koopweerstanden.
  16. Wat is een offerte?
  17. Wat is een koopcontract?
  18. Geef in het Nederlands weer wat de afkorting AIDA betekent.
  19. Geef in eigen woorden  weer hoe de opbouw van een verkoopgesprek is als je gebruik maakt van de VENPOPAN-methode.
  20. Leg in eigen woorden uit wat bedoeld wordt de voet-tussen-de deur-methode in het kader van de tweestappenmethode?
  21. Leg in eigen woorden uit wat bedoeld wordt de deur-in-het -gezicht-methode in het kader van de tweestappenmethode?
  22. Kun je iets over de effectiviteit van de twee stappenmethode zeggen.
  23. Waarom werkt de twee stappenmethode?
  24. Wat houdt de consistentietheorie in ?
  25. Wat wordt verstaan onder een open vraag?
  26. Schrijf drie voorbeelden van open vragen op.
  27. Wat is een gesloten vraag
  28. Geef drie voorbeelden van gesloten vragen.
  29. Vul aan?

    Soort vraag

    Voordeel

    Nadeel

    Open vraag

     

     

    Gesloten vraag

     

     

    Keuzevraag

     

     

    Gerichte vraag

     

     

    Suggestieve vraag

     

     

    Reflecterende samenvattende vraag

     

     

    Retorische vraag

     

     

    Doorvraag

     

     

  30. Wat versta je onder sociale vaardigheden??
  31. Omschrijf in eigen woorden wat netwerken is.
  32. Geef een definitie van diversiteit.
  33. Geef drie voorbeelden van agressie in beroepen.
  34. Wat versta je onder sociale zelfredzaamheid?
  35. Wat is groepsdruk? Geef hiervan een voorbeeld.

Vragen bij de TWIXX Verkoopgesprek