3. Bezoek aan erfgoederen en musea

 

Een spannend onderdeel van Werelderfgoededucatie is de mogelijkheid om het klaslokaal te verlaten en samen met de leerlingen erfgoederen en musea in binnen- en buitenland te bezoeken. Om hier optimaal van te profiteren, is een zorgvuldige planning en organisatie nodig. Ook de follow-upactiviteiten moeten niet vergeten worden.

 

Excursie naar een Werelderfgoed
De ervaring leert dat een bezoek aan een Werelderfgoed een van de hoogtepunten is van Werelderfgoededucatie. Onderstaande praktische tips zorgen ervoor dat het voor zowel de docenten als de leerlingen een gedenkwaardige ervaring wordt.

Voorbereiding
Voor een geslaagde excursie is een goede voorbereiding onmisbaar. Dit houdt in:
• een voorbereidend bezoek van de docent(en);
• het opstellen van een vragenlijst die de leerlingen voor en na het bezoek kunnen invullen. Zo kunt u peilen of hun kennis, opvattingen, vaardigheden en gedrag ten opzichte van het erfgoed en het behoud is veranderd;
• bereid de leerlingen voor op speciale activiteiten zoals het nabootsen van de geschiedenis, het vertellen van verhalen en legendes over het erfgoed en het maken van tekeningen;
• bereid het werk voor dat de leerlingen kunnen doen als follow-up na de excursie.

Voorbereidend bezoek
Probeer docenten van zo veel mogelijk disciplines te laten helpen om de leerlingen voor te bereiden op het bezoek. De geschiedenisdocent kan bijvoorbeeld helpen met informatie over de geschiedenis van het erfgoed en de aardrijkskundedocent kan op speciale geografische kenmerken wijzen en de gevaren van toerisme, vervuiling of verwaarlozing bespreken. De docenten van de talen kunnen zorgen voor speciale teksten (literatuur, poëzie, toneelstukken). De CKV- of tekendocent kan leerlingen vragen om tekeningen of schaalmodellen van het Werelderfgoed te maken. De wiskundedocent kan samen met de leerlingen uitrekenen hoe een cultureel erfgoed is gebouwd of hoeveel dier- of plantsoorten er zich in een natuurgebied bevinden.

Maak de excursie onvergetelijk met traditionele kleding en muziek. Laat de leerlingen zingen of nodig een speciale gast uit. Vraag van tevoren of er iemand op de locatie aanwezig is die zich bezighoudt met educatie.

Als het erfgoed al een keer is behandeld in het lesmateriaal, kijk er dan voor de excursie nog een keer naar met de leerlingen. Verzamel alle praktische informatie (zoals de entreeprijs, opening- en sluitingstijden, toestemming om foto’s te maken, de aanwezigheid van restaurants, souvenirwinkels, toiletten, EHBO) en controleer of het mogelijk is dat alle leerlingen tegelijk komen of dat ze beter opgedeeld kunnen worden in groepen.

Zorg ervoor dat de leerlingen het Werkblad bij opdracht 1b meekrijgen en invullen tijdens de excursies en dat ze daar alle benodigde materialen voor hebben, zoals een schrift, tekenpapier, camera’s en potloden.

Als u beschikt over een videocamera, kunt u de excursie opnemen en het achteraf laten zien aan leerlingen, ouders en andere geïnteresseerden.

 

De excursie naar het Werelderfgoed
Probeer te zorgen voor verschillende soorten activiteiten tijdens de excursie, zoals het maken van tekeningen, fotograferen en het afnemen van interviews (met gidsen, personeel of andere leerlingen). Ook kunnen leerlingen een verslag schrijven of een film maken. Zorg voor voldoende rustmomenten en vermaak (een liedjesfestival bijvoorbeeld, of speciale hapjes die de ouders hebben gemaakt en die u kunt delen met de medewerkers van de locatie).

Follow-up na de excursie
De follow-up na het bezoek is net zo belangrijk als de voorbereiding. Het stelt de leerlingen in staat om hun ervaringen te verwerken en met anderen te delen. Voorstellen voor een follow-up:
• bespreek met leerlingen wat ze hebben gezien en geleerd en wat ze het leukst en het minst leuk vonden;
• stel een nieuw onderzoeksproject voor aan leerlingen. Hoe krijg je bijvoorbeeld meer toeristen naar het Werelderfgoed zonder dat het schade aanricht? Analyseer mogelijke gevaren en denk na over oplossingen. Hoe kunnen jonge gidsen helpen met het toeristenbeleid?
• laat de leerlingen grotere tekeningen of beeldhouwwerken maken, gebaseerd op hun schetsen, en organiseer een tentoonstelling;
• moedig leerlingen aan om hun foto’s af te drukken en organiseer een tentoonstelling waar leerlingen of ouders de beste afbeeldingen kunnen kiezen. Zorg voor een kleine prijs voor de winnaar;
• laat leerlingen een artikel schrijven voor de schoolkrant of een regionale of landelijke krant;
• vraag leerlingen om een voorstel te doen voor een bezoek aan een ander Werelderfgoed.

 

Museumbezoek
Een bezoek aan een museum is een ander belangrijk onderdeel van Werelderfgoededucatie. Museumpersoneel en leden van de International Council of Museums (Internationale Museumraad, ICOM) kunnen nuttige partners zijn voor docenten. Een museum is vaak de enige plek waar je fysiek bewijs van een bepaalde culturele of natuurlijke bezienswaardigheid kunt bestuderen.

Scholen die niet in de buurt van een museum liggen, kunnen gebruik maken van andere lokale bezienswaardigheden. Inwoners van de eigen stad, ouders en grootouders kunnen vertellen over de geschiedenis van de regio en op die manier het verleden en het heden aan elkaar verbinden.

Speciale presentaties tijdens museumbezoek
Sommige musea zijn gigantisch groot en stellen duizenden objecten en kunststukken tentoon. Dit is voor jongeren te veel om tijdens één bezoek te verwerken en te waarderen. Daarom kiezen sommige docenten ervoor zich te richten op één bepaald thema of onderwerp en regelen ze een speciale spreker (een kenner die ook nog eens een vermakelijk praatje kan houden).

Bestuderen van een museumstuk
Voorafgaand aan een museumbezoek kunt u als docent iedere leerling een museumstuk geven om te observeren en bestuderen, met name tijdens het bezoek. De leerlingen kunnen het Werkblad Lesactiviteit ‘Bestuderen van een museumstuk’ invullen om deze taak te volbrengen. Na het bezoek kunnen de leerlingen in het klaslokaal hun bevindingen presenteren.

Bezoek aan een werkplaats of atelier
Sommige soorten handwerk die in musea tentoongesteld worden, zoals aardewerk, worden vandaag de dag nog steeds gemaakt door ambachtslieden. De technieken worden doorgegeven van generatie op generatie en gaan soms eeuwen terug. Bij een bezoek aan een werkplaats, kunnen leerlingen zelf zien hoe traditioneel handwerk dat ze in musea hebben gezien vandaag de dag gemaakt wordt. Ze kunnen zo het verband begrijpen tussen hun identiteit, erfgoed (waaronder Werelderfgoed) en handwerk uit de streek.