1. Inleiding


Aan de rand van de woestijn in een zanderig dorp, woonde Melita en Saffrein. Saffrein en Melita brachten al hun tijd door in de bibiotheek in het dorp. Als de zon alles verbrandde en het zand alles verduisterde, zaten Saffrijn en Melita op een oude leren stoel in het midden van de bibliotheek. Als Melita uit haar raam keek, was een uitgestrekte zandvlakte alles wat ze zag. Soms leek het alsof ze water zag in deze zanderige woestijn. Maar elke keer als ze er naar toe liep werd ze teleurgesteld: geen water. Zijzelf hadden het prima voor elkaar, maar Melita wist dat er ook mensen in de woestijn leefden. Ze had in boeken uit de bibliotheek gelezen dat deze mensen Nomaden heette. Maar hoe leefde deze mensen eigenlijk?