Opdracht 2 bij loopbaanoriëntatie

Opdracht 2

Wie ben ik?

Persoonskenmerken
Hieronder staat een overzicht van persoonskenmerken. Omcirkel drie kenmerken die jij op jezelf van toepassing vindt. Onderaan staan enkele lege vakjes waarin je nog andere persoonskenmerken van jezelf kwijt kan.

Analytisch

Detaillistisch

Kalm

Praktisch

Artistiek

Dominant

Kritisch

Prestatiegericht

Avontuurlijk

Efficiënt

Leergierig

Resultaatgericht

Behulpzaam

Evenwichtig

Leidinggevend

Sensitief

Bescheiden

Fantasierijk

Logisch denkend

Sociaal vaardig

Besluitvaardig

Formeel

Loyaal

Stressbestendig

Commercieel

Gangmaker

Meelevend

Systematisch

Communicatief

Geduldig

Nauwkeurig

Vasthoudend

Denker

Goede luisteraar

Onafhankelijk

Zelfstandig

Doener

Idealistisch

Ondernemend

Zelfverzekerd

Creatief in denken

Initiatiefrijk

Ordelijk

Zorgzaam

Creatief in doen

Inventief

Perfectionistisch

 

 

 

 

 

 
1. Geef je overzicht aan een klasgenoot en laat deze persoon in een andere kleur drie kenmerken omcirkelen die hij/zij bij jou vindt passen. Zijn het dezelfde of juist hele andere?

2. Wat vind je van de kenmerken die je klasgenoot aan jou heeft gegeven? Komt het een beetje overeen? Als het niet overeen komt, waar zou dat aan kunnen liggen?

Om een goede studiekeuze te kunnen maken is het van belang om je eigen sterktes en zwaktes te kennen. Net als dat het van belang is om te kijken wat je leuk vindt om te doen. Daarover gaan de volgende vragen.

3. Zijn er dingen die je hebt gedaan waar je echt trots op bent?

4. In welke vakken ben je goed op school en welke vind je leuk? Waarom vind je deze vakken leuk?

5. Wat zijn je hobby’s? Geef aan waarom je deze dingen leuk vindt om te doen.

6. Welke punten van de bovenstaande vragen vind je van belang om mee te nemen in je studiekeuze??

7. Weet je al wat je wil studeren? Zo ja, wat dan en zo nee aan welke richting denk je?

Na je opleiding ga je vaak werken in de richting waar je voor bent opgeleid. Het is daarom ook handig om te kijken wat je na je opleiding wil gaan doen.

8. Wat wilde je vroeger worden en waarom?

9. Is dit iets wat je nog steeds leuk lijkt om te doen? Waarom wel/niet?

10. Welke beroepen spreken je nu aan?