Inleiding

Het kaliumgehalte van Pokon kan gravimetrisch bepaald worden door aan een pokonoplossing een natriumcobaltnitrietoplossing toe te voegen, waar door een neerslag ontstaat van kaliumnatriumcobaltnitriet.

2K+(aq) + Na+(aq) + [Co(N02)6]3- (aq)  + H20(l) -> K2Na[Co(N02)6] . H20(s) 

Alhoewel de samenstelling van het neerslag in de praktijk niet precies gelijk is aan de theoretische samenstelling, en daarom in de literatuur een empiri­sche factor van 0,97 wordt vermeld, zijn volgens dit voorschrift percentages gevonden van 24-26%, bij een opgave op de verpakking van 27%.

Een nadeel van deze bepaling is de storende werking van NH4+-ionen, door neerslagvorming met het reagens, zodat de NH4+-ionen eerst verwijderd moeten worden; mede daardoor is de benodigde tijd, drie afzonderlijke lesuren. Een goede planning vooraf ten aanzien van neerslagvorming, filtratie en drogen is dan ook noodzakelijk; eventueel kan tegelij­kertijd aan een andere proef worden gewerkt. Zie verder methode I.

Het kaliumgehalte in Pokon kan ook volumetrisch (titrimetrisch) worden bepaald. Deze bepaling verloopt via het bovengenoemde neerslag.

Een voordeel is dat het drogen van het neerslag dan achterwege kan blijven, zodat de bepaling in twee lesuren uitgevoerd kan worden, als de benodig­de oplossingen klaar staan.

Bij deze methode wordt het neerslag opgelost in loog. De verkregen oplossing wordt bij een geringe overmaat aangezuurde kaliumpermanganaatoplossing gedaan, zodat de nitrietionen worden geoxideerd tot nitraationen. Als oxidatoren treden permanganaationen en cobalt (Ill)-ionen op.

5 Co(NO2)63-(aq)  + 5e                   -> 5 Co2+(aq) + 30 NO2-(aq)

11 MnO4- (aq) + 88 H+(aq) + 55e   -> 11 Mn2+(aq) + 44 H2O(l)

30 NO2-(aq) + 30 H2O(l)                -> 30 NO3-(aq) + 60 H+(aq) + 60 e

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

5 Co(NO2)63-(aq) + 11 MnO4- (aq) + 28 H+(aq) -> 5 Co2+(aq) + 11 Mn2+(aq) + 30 NO3-(aq) + 14 H2O(l)

 

De overmaat permanganaat wordt getitreerd met een gestelde natriumoxalaatoplossing, zie verder methode II.

MnO4- (aq) +  8 H+(aq) + 5e                ->  Mn2+(aq) + 4 H2O(l)                    (2x)

C2O42-                                                 -> 2 CO2(g) + 2e                               (5x)

--------------------------------------------------------------------------------------------

2 MnO4- (aq) +  16 H+(aq) + 5 C2O42-    ->  2 Mn2+(aq) + 8 H2O(l) + 10 CO2(g)