2.1 Opdracht Het berekenen van trends in toerisme



Doel: het leren over wereldwijde trends in toerisme en de gevolgen dat het aantal bezoekers heeft op Werelderfgoedbehoud

 

Laat de leerlingen tabel 1 van het Werkblad zien (Engelstalig). Leg uit wat de gegevens betekenen en geef ze informatie over het verzamelen, analyseren en gebruiken van statistiek. Neem de vijftien meest bezochte landen en vraag de leerlingen om met behulp van de Werelderfgoedkaart uit te zoeken hoe veel Werelderfgoederen er in deze landen zijn. Vraag ze om verbanden te leggen (bijvoorbeeld of het aantal Werelderfgoederen per land het hoge aantal toeristen kan verklaren) en laat ze de tien meest bezochte landen indelen in geografische gebieden: Afrika, Noord- en Zuid-Amerika en het Caraïbisch gebied, Azië en de Pacific, de Arabische wereld en Europa.

Laat tabel 2 zien aan de leerlingen en vraag ze om de vijftien landen in te delen in twee lijsten: geïndustrialiseerde landen en minder geïndustrialiseerde landen. Is er een verband tussen hoe ontwikkeld een land is, hoe veel toeristen uitgeven en de aanwezigheid van Werelderfgoederen? Bespreek de bevindingen. Hoe veel van de grootste verdieners hebben Werelderfgoederen?

Laat tabel 3 aan de leerlingen zien en bespreek wat ‘groeisnelheid’ betekent en waarom dit per decennium verschilt.

Probeer gegevens te verzamelen over toerisme en het aantal toeristen naar Werelderfgoederen in uw land en laat leerlingen deze gegevens presenteren.

Type activiteit: onderzoek, activiteit in de klas
Duur: Eén of meerdere lesuren
Geschikt voor: wiskunde, maatschappijleer
Nodig: werkblad lesactiviteit (zie onder), gegevens over wereldtoerisme, rekenmachine, Werelderfgoedkaart

Werkblad tabellen bij Opdracht 1