Steeds meer Werelderfgoederen om te bezoeken

 

In 1978 werden de eerste twaalf erfgoederen op de Werelderfgoedlijst opgenomen. In 1987 stonden er al 289 erfgoederen op de Lijst. Drieëntwintig jaar later, in 2010, stonden er 911 erfgoederen op de Lijst en in 2012 962.

(Flickr/Captn_Jack)

Ieder jaar kiest het Werelderfgoedcomité meer erfgoederen. Jongeren die het UNESCO Werelderfgoed Jongerenforum bezochten, gaven aan zo veel mogelijk Werelderfgoederen te willen bezoeken. Veel scholen liggen echter ver van Werelderfgoederen en het is duur om ernaartoe te reizen. De leerlingen stelden daarom voor dat toegang voor scholen gratis of tegen een gereduceerd tarief zou moeten zijn en dat het lokale bedrijfsleven het vervoer naar Werelderfgoederen kan sponsoren.

In sommige gevallen zouden scholen een activiteit kunnen organiseren om het geld voor een reis naar een Werelderfgoed bij elkaar te krijgen. Denk hierbij aan het verkopen van taarten, auto’s wassen of het organiseren van een concert.

Om een bezoek aan culturele en natuurlijke erfgoederen interessant te maken voor leerlingen, is een goede en zorgvuldige voorbereiding van groot belang. Een bezoek kan natuurlijk bijdragen aan de beschadiging van een erfgoed, maar als het goed georganiseerd is, kan het leerlingen inspireren om betrokken te raken bij de bescherming en het behoud.

Het is aan te raden dat Werelderfgoederen:
• toezicht houden op het aantal toeristen, om te voorkomen dat kwetsbare gebieden worden beschadigd;
• looppaden aanleggen voor ouderen, kinderen en gehandicapten;
• geen winkels of andere commerciële panden hebben buiten de hoofdlocatie.

 

"Ik ben een reiziger. U bent een bezoeker. Zij zijn toeristen. De paradox zit gevangen in deze zin: we houden van reizen naar onherbergzame en prachtige gebieden. Maar we schrikken van de impact van grote groepen mensen die hetzelfde doen. Ieder individu wil kunnen genieten van onschuldige activiteiten in zijn of haar vrije tijd. Toch vormen we met zijn allen bij elkaar een bedreiging voor de plekken die we zo bewonderen. We lopen het gevaar dat we zo veel van onze nationale parken en andere gebieden houden, dat we ze vernietigen."
Adrian Philips, IUCN, 1996