Los 31,5 g natriumsulfiet op in 250 mL water, in een erlenmeyer van 500 mL.
Pipetteer onder roeren 50,0 mL 0, molair zwavelzuuroplossing van bekende molariteit toe en onmiddellijk daarna pipetteer je 10 mL van de te onderzoeken ethanaloplossing.
Sluit de erlenmeyer af en schud gedurende vijf minuten.
Meet de pH van de oplossing.
Voeg vanuit een buret 10 mL natronloog van beĀkende molariteit toe en meet weer de pH.
Herhaal de pH-meting na toevoeging van 10 mL (of afhankelijk van de pH-verandering van 5 mL of 1 mL) natronloog.
Zet de gemeten pH-waarden in een grafiek uit tegen de toegevoegde hoeveelheid loog.
Bereken het aantal gram ethanol in 10,00 mL van de onderzochte oplossing.
Opmerking 1.
De ethanaloplossing moet ongeveer 1 g ethanal/10 mL bevatten.
Opmerking 2.
De pH van de natriumsuflietoplossing is ongeveer 9,7; na toevoegen van het zwavelzuur onder de 7,3.