In je stage of op school krijg je met veel verschillende soorten mensen te maken. De een is stiller, de ander praat de oren van je hoofd. De een weet precies wat hij wil, de ander heeft voortdurend raad nodig. De een is gelovig, de ander niet. Ieder mens heeft zijn eigen cultuur. Die koestert hij en beleeft hij op zijn eigen manier. En die cultuur kan heel anders zijn dan jouw cultuur en jouw manier van leven.
Al die verschillen doen een beroep op jouw vermogen om je in iemand anders in te leven. Wil je met iemand een goede relatie opbouwen, dan zul je die persoon in eerste instantie moeten leren kennen en leren begrijpen. Als je iemand kent en begrijpt, ben je er nog niet.
Je moet iemands ideeën respecteren en iemand in zijn waarde laten. Dat wil zeggen dat je iemand bijvoorbeeld niet voortdurend afvalt of jouw ideeën opdringt. Of dat je steeds in discussie met iemand gaat. Dat is niet altijd gemakkelijk, want niet iedereen ligt jou even
goed. Als je het helemaal niet met iemands manier van leven of ideeën eens bent, is het moeilijker om met diegene een positieve en prettige relatie op te bouwen. Misschien vind je het ook moeilijker om met mensen om te gaan die niet veel zeggen, die nors of stuurs
lijken of heel dominant zijn.