3.2 Onderhoud van de draadmaaier


Het onderhoud van de draadmaaier is vrij eenvoudig. Naast een juiste draadlengte is het van groot belang dat de draadmaaikop in balans is en blijft.

Onbalans ontstaat door:

 

De draadlengte kan variƫren tussen de 10 en 15 cm. De draadlengte hangt enerzijds af van de aard van het werk, anderzijds van het vermogen van de bosmaaier.

 

Algemeen geldt:

Lange draad

Korte draad

Licht werk

Veel vermogen

Zwaar werk

Weinig vermogen

 

Afstellen van de draadlengte

 

Tijdens het werk zal de draad als gevolg van slijtage korter worden. De wijze waarop het draad op de juiste lengte gebracht wordt, hangt af van het type draadmaaikop, te weten:
 

 

Bij de automatische draadlengte afstelling kan, afhankelijk van de gewenste draadlengte, een veer in het draadhuis zodanig worden ingesteld dat deze door de middelpuntvliegende kracht de draad op de gewenste lengte houdt.

 

Bij een semi-automatische daadlengte afstelling moet het draadhuis op de grond worden gedrukt, waardoor de voorraadspoel(en) kan worden afgewikkeld. Is de afgewikkelde draadlengte onvoldoende dan moet de handeling herhaald worden. In de praktijk noemen we dit Tap&Go draadkoppen.

 

Bij het laatstgenoemde (meest voorkomende) systeem moet de draadlengte volledig in handkracht worden afgesteld door de voorraadspoel te ontkoppelen en de gewenste draadhoeveelheid af te wikkelen.