De snijkanten moeten met een platte vijl onder een hoek van 30 graden worden gevijld (zie afb. 16).
De tophoek van de mesvleugel moet 60 graden bedragen.
Om onbalans te voorkomen moeten de tophoeken gelijk zijn en de mesvleugels moeten een gelijke lengte hebben. De lengte van de mesvleugel wordt gemeten van de rand van het asgat tot de punt van de mesvleugel.