Uitvoering

Een nauwkeurig gewogen zinkdraad van 2 à 3 g (overmaat) wordt geplaatst in een bekerglas van 250 mL.
Voeg hier 100 ml (1 massa-%) loodacetaatoplossing aan toe. (Zie opmerking 1.)
Na twee dagen wordt de zinkdraad (nadat het lood eraf is geschud) uit de oplossing gehaald, gewassen met gedestilleerd water en aceton. Aan de lucht gedroogd en gewogen {zie opmerking 2).
Het gevormde lood wordt, na dekanteren van de oplossing, gewassen met lood(II)acetaatoplossing (0,2 massa-%, die is aangezuurd met azijnzuur tot pH= 6; dit voorkomt vorming van lood(II)hydroxide of lood(II)carbonaat.
Vervolgens wordt het lood afgefiltreerd, met water en aceton gewassen, aan de lucht ge­droogd en gewogen.

 

Opmerking 1:

Stukjes zink voldoen ook: behandel deze eerst enkele seconden met 4 M zoutzuur, spoel ze af met gedestilleerd water en weeg ze na ze gedroogd te hebben.

 

Opmerking 2:

Volledige omzetting van de Pb2+-ionen kan vastgesteld worden door toevoeging van een natriumsulfide-oplossing; er ontstaat dan alleen een wit neerslag (ZnS).

 

Opmerking 3:

De molverhouding kan ook bepaald worden met koper en zilvernitraatoplossing2 of met zink en een koper(II)sulfaatoplossing.