Leskenmerken | ![]() |
|
Activiteiten | Proeven, werken in hoeken | |
Werkvorm | Klassikaal, viertallen | |
Doel | De kinderen proeven en voelen in de mond de smaak van verschillende producten. | |
Duur | 15 minuten per groepje van vier |
Benodigdheden |
|
Voorbereiding |
Zet de 10 bakjes klaar. Zet daarnaast ook brood en water klaar zodat de kinderen tussen de producten door een stukje brood en een slokje water kunnen nemen. Hiermee wordt voorkomen dat de ene smaak de andere beïnvloedt. |
Uitvoering |
Vertel de kinderen dat ze in de proefhoek verschillende voedingsmiddelen gaan proeven en proberen alle soorten smaken te herkennen. Laat groepjes van vier kinderen rouleren en één voor één in de ‘proefhoek’ plaatsnemen. Laat elk kind van elk product een hapje nemen. Na ieder hapje nemen ze een stukje brood en een slokje water. Ze schrijven op een blaadje in een tabel met drie kolommen: het voedingsmiddel, welke sma(a)k(en) het heeft en hoe het in de mond voelt. Geef vooraf voorbeelden voor het beschrijven van hoe het in de mond voelt: prikkelend, knapperig, glad, droog, fris, glibberig, korrelig, sappig, filmend (= het eten laat een dun laagje achter in je mond dat een beetje blijft plakken, zoals boter en olie) enz. Bespreek de proef na als alle groepjes geweest zijn. Welke smaken vonden ze lastig? Hadden de kinderen door dat sommige smaken een combinatie zijn zoet/zuur of zout/pittig? |
Aansluitende Smaaklessen | ||||||||||||
|
||||||||||||