Groepsgesprek: Mijn beessie is een koe

Leskenmerken
Activiteiten Groepsgesprek, film, knutselen
Werkvorm Klassikaal, individueel
Doel De kinderen kunnen vertellen dat we in Nederland veel dieren houden voor vlees, eieren of melk en dat het belangrijk is dat deze dieren goed worden verzorgd
Duur 20 minuten

 

Uitvoering
Bekijk het filmpje ‘Mijn Beessie is een Koe’ van SchoolTV (1.17 minuut), over een jongen met zijn koe.

 

Wat hebben de leerlingen gezien? Wat wisten ze al en wat nog niet?

Vraag de kinderen wat je nog meer kunt eten van wat de koe maakt. Denk aan melkproducten zoals yoghurt, vla of karnemelk, maar ook aan vlees. Zijn er nog meer dingen die je eet, die dieren maken? Laat de leerlingen etenswaren opnoemen die dieren maken, zoals: vlees, melk, eieren, maar misschien bedenkt een kind ook wel vis of honing. Zet alle genoemde etenswaren op het (digi)bord. Geef de etenswaren die van de koe afkomstig zijn een rode kleur, producten van het varken een blauwe kleur en van de kip een gele kleur.

Al deze dieren worden door mensen gehouden in stallen of hokken (behalve wild en zeevis). Iemand moet daar dus voor zorgen. Wie is dat? Wat moet die verzorger allemaal doen? Wanneer zorg je goed voor een dier? Dan moet je weten wat een dier nodig heeft. Maar wat heeft een dier nodig?

Deel werkbladen uit waarop een plaatje van een productiedier staat (bijvoorbeeld een koe, varken, kip, geit, vis of honingbij). Laat de leerlingen bij het plaatje tekenen wat dat dier volgens hen nodig heeft. Laat enkele leerlingen hun tekening uitleggen, waarom hebben zij voor bepaalde dingen gekozen? Hang alle resultaten op om er later nog eens op terug te komen. Misschien is het mogelijk om op een grote tekening alle resultaten te inventariseren? Deze inventarisatie kunt u daarna ordenen met behulp van onderstaande punten. Komen de volgende punten terug in de tekening van de kinderen?

  1. Eten en drinken
  2. Een goede omgeving: een goed hok of fijne stal
  3. Niet ziek of gewond zijn / gezond zijn
  4. Niet bang zijn of gestresst / het dier voelt zich prettig
  5. Kunnen doen wat het dier wil / zich gedragen, zoals bij dat dier hoort
Bovenstaande punten worden ook wel de "Vijf vrijheden van het dier" genoemd. Als een dier dit heeft, is hij gelukkig.

Dit was een introductie in Dierenwelzijnslessen voor groep 3-4. Bent u enthousiast over deze lesactiviteit? Doe dan ook alle andere Dierenwelzijnslessen voor groep 3-4 of de Dierenwelzijnslessen voor groep 5-6.

 

Aansluitende Smaaklessen
Groep 3 Groep 4 Groep 6

2. De jamfabriek

3. Wie maken ons eten

2. Waar komt ons eten vandaan?

4. Eet jij een blij ei?

5. Restaurant in de klas: Lunch

Klik hier voor alle Smaaklessen »