Leskenmerken | ![]() |
|
Activiteiten | Proeven, werken in hoeken | |
Werkvorm | Klassikaal | |
Doel | De kinderen ervaren hoe verschillende rauwe groentes klinken als je erop kauwt. | |
Duur | 20 minuten |
Benodigdheden |
|
Voorbereiding |
Zet van verschillende soorten rauwe groenten een heel exemplaar en een exemplaar in stukjes klaar in de klas. |
Uitvoering |
Laat eerst de hele groentesoorten zien. Vraag aan de kinderen of ze de groente herkennen en weten hoe het heet. Denken de kinderen dat elke groente hetzelfde klinkt als je erin bijt? Laat zelf eerst het verschil horen tussen een zachte groente en een harde groente (bijvoorbeeld een stukje tomaat en een stukje bloemkool). De eerste is sappiger en de tweede klinkt knapperiger. Je kunt het goed horen als je met je mond open kauwt. Bij deze oefening mag je een keer met je mond open kauwen, zonder dat het onbeleefd is! Laat de kinderen nu stukjes rauwe groenten eten en luisteren hoe het klinkt. Bespreek hun ervaringen na. Deze oefening kan natuurlijk ook in de proefhoek worden gedaan. |
Aansluitende Smaaklessen | ||||||||||
|
||||||||||