4. Het beschermen van Werelderfgoed tijdens oorlog

 

Culturele en natuurlijke erfgoederen lijden bijna altijd onder een grote oorlog. Specifieke culturele erfgoederen worden soms opzettelijk aangevallen om zo de geliefde symbolen van de identiteit van een volk te vernietigen. Natuurlijke erfgoederen (vooral de dieren en planten) lopen ook op meerdere manieren gevaar: bomaanslagen, militaire voertuigen die door beschermde natuurgebieden rijden, brand, stropen en de massale verplaatsing van mensen. Culturele en natuurlijke erfgoederen die veel toeristen trekken, zijn steeds vaker het doelwit van aanslagen tijdens oorlogen.

Te midden van een oorlog, lijkt het misschien een overbodige luxe om cultureel en natuurlijk erfgoed te beschermen. Dit is op het eerste gezicht misschien het geval, maar de ervaring leert dat het redden van ons cultureel en natuurlijk erfgoed van levensbelang is, in het bijzonder wanneer de aangevallen erfgoederen gebouwen zijn als nationale bibliotheken, kerken, musea, universiteiten en eeuwenoude bruggen.

Een van de meest klinkende voorbeelden is de wederopbouw van het achttiende-eeuwse historische centrum van Warschau in Polen, dat sinds 1980 op de Werelderfgoedlijst staat. In augustus 1944, tijdens de Tweede Wereldoorlog, werd meer dan 85 procent van het stadscentrum verwoest door de bezettingstroepen van de nazi’s. Na de oorlog hebben de inwoners vijf jaar lang aan een wederopbouwcampagne gewerkt. Dit resulteerde in de zeer nauwgezette reproductie van de kerken, de paleizen en de marktplaats. Het is een buitengewoon voorbeeld van een complete wederopbouw van gebouwen die dateren van de dertiende tot en met de twintigste eeuw. Ook is het een uiting van trots en identiteit.

Het historische centrum van Warschau (Flickr/Russell Yarwood)