Oefenen

Hieronder zie je een aantal opdrachten rondom de verledentijd.

Je kunt zelf kiezen welke oefeningen je gaat maken.

Er zijn oefeningen om de sterke werkwoorden beter te onthouden

en er zijn oefeningen met zwakke werkwoorden waarbij je moet

kiezen tussen een d of een t op het einde. 

Je kiest 2 opdrachten uit.

Je kunt ze maken door op de link hieronder te klikken. 

 

Let wel op, ze staan van makkelijk naar moeilijk. De bovenste is het makkelijkst

en zo wordt het steeds moeilijker, maar als eindopdracht moet je natuurlijk wel zoveel

mogelijk weten. Kies dus de goede opdracht uit die bij jou past!

Veel succes!!

Sterke werkwoorden in de verledentijd

Alleen te- of ten erachter

Alleen de- of den erachter

alles door elkaar 1

Alles door elkaar 2