Verkeerde rijtechniek
Tijdens het rijden gebeurt het weleens dat een paard zijn tong over het bit legt of het bit vastpakt met zijn tanden. Dit is een teken dat het paard ongemak van het bit ondervind. Dit komt vaak voor bij paarden die met harde hand gereden worden of waarbij het hoofdstel of bit niet goed ligt. (McGreevy, 2012) Om erachter te komen wat de reden is, moet de ruiter met een teugeldrukmeter gaan rijden. Hierdoor kan uitgesloten worden dat de ruiter met teveel druk rijdt.
Verkeerde toepassing van de leertechnieken
Paarden leren gedurende hun leven dat ze offers moeten leveren om aan hun behoeften te voldoen. Gedomesticeerde paarden leren gedurende hun training dat de druk van het bit via de teugels verdwijnt wanneer zij langzamer gaan lopen of stoppen (‘stop’). Ze leren ook dat de druk van de benen van de ruiter verdwijnt wanneer zij harder gaan lopen (‘go’). Echter, wanneer paarden niet onder deze druk uit kunnen komen doordat de ruiter de druk niet wegneemt, zal het paard constant hier tegenin gaan. Dit conflictgedrag leidt tot een steeds groter wordende spanning en een gefrustreerd vluchtreactie. (McLean, 2005)
Een voorbeeld hiervan is wanneer de ruiter tegengestelde hulpen geeft. Dus bijvoorbeeld druk met de benen omdat het paard voorwaarts moet, maar ook druk met de teugels omdat het paard nageeflijk moet lopen.
De meeste probleemgedragingen onder het zadel kunnen opgelost worden door het opnieuw aanleren van de ‘stop’ en ‘go’ hulpen. (McGreevy, 2012)
Onrealistische verwachtingen
Mensen die geld verdienen door middel van het verkopen of trainen van paarden, willen vaak dat het paard zo snel mogelijk alles leert. Hierdoor vragen ze te veel van het paard in te korte tijd. Om dit te voorkomen kan men met een hartslagmeter gaan rijden. Door hiermee gegevens te verzamelen kan er een trainingsschema op maat gemaakt worden.
Meer informatie hierover staat onder het kopje 'Waar te verkrijgen'. ?
Overgevoelige paarden
Overgevoelige paarden reageren op mensen zoals zij op een roofdier zouden reageren. Wanneer men dit gedrag op de juiste manier gebruikt, kan zo’n paard uitgroeien tot een goed sensibel paard waar de ruiter fijn mee kan trainen. Wanneer dit gedrag echter niet juist wordt gebuikt, zal zo’n paard een probleempaard worden. (McGreevy, 2012)
Pijn
Wanneer een paard niet reageert op de hulpen van de ruiter, worden de hulpen vaak wat duidelijker gegeven. Wanneer dit vaker voorkomt is het belangrijk dat de ruiter eerst uitsluit dat het paard geen pijn heeft. Dit kan onder andere door te rijden met een hartslagmeter. Hoe dit kan staat uitgelegd bij de tekst over de hartslagmeter.
Indien het paard pijn heeft kan het conflictgedrag gaan vertonen zoals bokken, steigeren of wegrennen. Ook kan het paard bang worden voor het hoofdstel of de ruiter. De reactie van een paard op pijn hangt af van het karakter van het paard. (McGreevy, 2012)
Lichamelijk onvermogen
Sommige paarden zullen nooit het vermogen hebben om goed te presteren. Verschillende oorzaken hiervan staan weergegeven in tabel 6.