De zadeldrukmat kan gebruikt worden voor onderzoek, maar ook in de praktijk. Met de zadeldrukmat kunnen ruiters bewust gemaakt worden van de houding en zit. De zadeldrukmat kan direct aan de laptop aangesloten worden zodat men zowel tijdens het rijden als na het rijden de drukverdeling op de rug kan bekijken. Zo kan de ruiter zich tijden het rijden aanpassen, waardoor er verschil waargenomen kan worden op de laptop. Ook reacties van paarden kunnen terug gekoppeld worden naar de houding en zit van de ruiter. Wanneer een paard scheef loopt kan er gekeken worden of de ruiter wel recht zit. Heeft het dier moeite met zijgangen, geeft de ruiter dan wel de juiste gewichts- of beenhulpen?
Ook beenhulpen kunnen gemeten worden met de zadeldrukmat. Om dit te doen zijn drie zadeldrukmatten nodig. Één hiervan wordt onder het zadel bevestigd de andere twee gaan ieder aan één kant onder de
zadelflap. Zo liggen ook de benen op de zadeldrukmat en zo kan men plaats- en drukveranderingen van de benen waarnemen. (DeCocq, et al. 2010)
Ook kan men in het algemeen meer bewust gemaakt worden van de druk op de paardenrug. Zo blijkt er met opstappen tamelijk veel druk te komen op de andere zijde van de schoft. Dit kan verminderd worden door op te stappen met een krukje of een platform.
Men is nog bezig om de werking met de zadeldrukmat te optimaliseren, zodat ook met zadeldrukmat gekeken kan worden hoe de drukverdeling van een zadel is en of deze goed past. Het kan al wel, maar dat is op dit moment in de praktijk nog niet zo gemakkelijk. Bij zadelpassen wordt de zadeldrukmat gebruikt bij het aanmeten en evalueren van zadels bij het paard. De zadelpasser gebruikt de mat om de drukverdeling van het zadel op de paardenrug in stilstand en in beweging te meten en zo te bepalen of het zadel goed ligt of moet worden aangepast. Er worden verschillende soorten zadeldrukmat gebruikt door zadelpassers, echter is het niet altijd zeker of de validiteit en betrouwbaarheid van deze matten altijd is gewaarborgd. Bij een goede
drukverdeling van het zadel worden er door het zadel geen drukplekken en rugblessures veroorzaakt en ondervindt het paard minder ongerief. Eventueel kan gekeken worden of bepaalde onderleggers de ligging van het zadel kunnen verbeteren of juist verslechteren.