Een hartcyclus is de periode vanaf het begin van een hartslag tot het begin van de daaropvolgende hartslag. De hartslagcyclus bestaat uit twee verschillende fasen: de contractie- en de ontspanningsfase:
Tijdens de contractiefase stijgt de druk binnen de atria en de ventrikels, tijdens de ontspanningsfase daalt de druk. Door een hoge druk in de ene hartafdeling stroomt het bloed naar een hartafdeling (of arterie) waar de druk lager is. De atrioventriculaire kleppen en de halvemaanvormige kleppen zorgen er tijdens de hartcyclus voor dat het bloed slechts één richting in kan stromen. 22
De hartcyclus, start met een atriale systole. In het begin van een hartcyclus zijn de ventrikels slechts gedeeltelijk met bloed gevuld. Tijdens de atriale systole trekken de atria zich samen en worden vervolgens de ventrikels volledig met bloed gevuld. Wanneer de atriale systole stopt, beginnen de atriale diastole en de ventriculaire systole. Als de druk in de ventrikels hoger wordt dan de druk in de atria, worden de AV-kleppen dicht gedrukt. Het bloed kan pas de arteriën in stromen wanneer de druk in de ventrikels hoger is dan de druk in de arteriën. Als dat drukverschil is bereikt, drukt het bloed de halvemaanvormige kleppen open en stroomt het bloed vervolgens de aorta en de arteria pulmonalis
binnen. Wanneer de ventriculaire diastole begint, wordt de druk in het ventrikel lager. Wanneer de druk lager wordt dan de druk in de arteriën, sluiten de halvemaanvormige kleppen zich, zodat het bloed niet terug de ventrikels in kan stromen. De druk in de ventrikels blijft dalen; als deze druk lager wordt dan de druk in de atria, openen de AV-kleppen zich en stroomt bloed vanuit de atria de ventrikels binnen. Zowel de atria als de ventrikels zijn nu in diastole; het bloed stroomt nu vanuit de grote venen door de ontspannen atria en vandaar naar de ventrikels. Tegen de tijd dat de atriale systole het begin van een volgende hartcyclus markeert, zijn de ventrikels voor ongeveer 70% gevuld. 22