Een ruiter kan onbewust ongelijke druk hebben op de linker- en rechterteugel wanneer dit niet de bedoeling. Onder andere het kantelen van het hoofd en scheef lopen van het paard kunnen ontstaan wanneer de ruiter op een teugel meer druk uitoefent dan op de andere teugel. Daarnaast kan het zijn dat het paard het signaal niet volledig begrijpt en dus anders dan bedoelt reageert.
Paarden kunnen Probleemgedrag gaan vertonen bij een te harde ruiterhand of een bit dat knelt.
Ook kan teugelkreupelheid of een gespannen voorhand, veroorzaakt door een gespannen tong, een negatief effect zijn.
Een onstabiele hand kan problemen veroorzaken bij het paard die resulteren in conflictgedrag, zoals hoofdschudden of zwiepen met de staart. Voor meer informatie over het effect van de ruiter(hand) op het paard is te vinden onder het kopje “achtergrond teugeldruk” bij probleemsituaties door teugeldruk.