Weetje 3a: Waar zitten teken en hoe voorkom je dat ze je bijten?

Teken zitten in "het groen": vooral in struikgewas, bossen en schaduwrijk gras. Teken houden niet van een bodem met kale grond; ze hebben liever een laag dode bladeren. Dit kom je niet alleen in bossen, duinen en parken tegen, maar ook in veel tuinen. Om een mens of dier te pakken, wachten teken geduldig op een grasspriet, laag struikje of een stokje. Teken kunnen tot ongeveer anderhalve meter boven de grond zitten. Teken springen niet en laten zich bijna nooit uit bomen vallen. In de onderstaande figuur kun je zien hoe teken in hinderlaag op een grasspriet zitten te wachten om een voorbijganger te grijpen.

Teken in hinderlaag op een grasspriet: ze kunnen niet springen, dus moeten zich goed vast kunnen grijpen.

Gelukkig houden teken niet van droogte en kale grond: op een gemaaid grasveld kom je ze niet tegen. Op plekken met wat schaduw en een dikke laag dode bladeren op de bodem houden teken het wel prima uit.

Let op de volgende punten als je in een gebied komt waar teken kunnen zitten:

  1. Probeer contact met overhangende planten te vermijden.
  2. Draag dichte schoenen, lange mouwen en een lange broek. Stop je pijpen in je sokken!
  3. Voor extra bescherming kun je je huid en/of broekspijpen met een insectenwerend middel waarin DEET zit inspuiten of smeren. Dit is te koop bij drogisten en apotheken. Lees de aanwijzingen op de verpakking. Sommige mensen krijgen huidproblemen van DEET.

Bovenstaande maatregelen geven een aardige bescherming, maar niet voor honderd procent. Het blijft dus belangrijk om ALTIJD na een bezoek aan het groen een tekencheck te doen. Ook als je nog buiten bent, kan het geen kwaad tussendoor even te controleren of er teken over je kleding of huid lopen, bijvoorbeeld na een plaspauze of nadat je even van het pad gegaan bent. Vergeet niet hoe klein en plat de teken zijn als ze nog niet volgezogen zijn!