1.10 Kaders en randvoorwaarden

 

 

Kaders en randvoorwaarden zijn richtlijnen waar je je aan moet houden. Dit kan verschillende dingen omvatten
bijvoorbeeld:

 

 

Het is belangrijk dat je je onderzoeksgebied beperkt, dat moet. Maak het niet groter of moeilijker dat nodig is.

Wat ga je doen?

Bedenk met je groep welke kaders en randvoorwaarden voor jullie van toepassing zijn. Stel hiervan een lijst op en bespreek deze met de docent. Maak de lijst zo compleet mogelijk, op deze manier weet je precies waar je aan toe bent.  

Maak een afspraak met de opdrachtgever om de lijst door te nemen. Het is belangrijk dat de opdrachtgever weet wat er met zijn onderzoek gebeurt.

 

Je mag deze lijst ook telefonisch doornemen. Wanneer je dit van plan bent moet je dit gesprek eerst goed doornemen. Verdeel ook de taken: wie belt de opdrachtgever? Ga niet met de hele groep bij elkaar zitten om het gesprek te voeren. Houdt het gesprek zakelijk, het is niet gepast te giechelen aan de telefoon.

 Je wilt toch ook graag dat je opdrachtgever jou serieus neemt?

 Wat ga je doen?

Zoek op hoe je een telefoon gesprek uitvoert. Noteer de vuistregels en controleer deze door meerdere bronnen te raadplegen. Maak een duidelijk verslag van de gevonden informatie en controleer deze met de docent. Wanneer de informatie goed is verwerkt kun je het gesprek gaan oefenen met je groep.  

Kies een rustige ruimte, je belt nog niemand en blijf serieus met je rol bezig.

Wat ga je doen?

Zet de lijst met vragen in je werkruimte en maak een verslag van het gesprek. Zorg ervoor dat alle vragen beantwoord zijn.

De lijst met beantwoorde vragen mag ook in je werkruimte.