Bij het afdrukken van spreadsheets uit Excel gaat nog wel eens iets fout: iets wat liggend wordt afgedrukt terwijl het staand moet, kolommen die op een volgende pagina terecht komen, of het raster dat niet zichtbaar is. Daarom hier enkele oefeningen om slimmer te printen.
Oefening: afdrukvoorbeeld aanpassen
1. Neem de lessen 83 en 84 door van de gratis cursus.
2. Open onderstaand voorbeeldbestand in Excel door op de link te klikken.
2. Ga via >Bestand naar >Afdrukken en voer de volgende aanpassingen door:
- Kies voor de Staande afdrukstand.
- Maak het Blad passend voor één pagina (zie onder de knop Niet aanpassen).
In het afdrukvoorbeeld rechts in het afdrukscherm zie je wat er precies wordt afgedrukt.
Oefening: rasterlijnen afdrukken
1. Zorg dat het menu Afdrukken in Excel geopend is, net als bij de vorige oefening.
2. Klik onderaan de rij met opties op het linkje >Pagina-instelling. Het volgende scherm verschijnt:
3. Klik op het tabblad >Blad en vink daar >Rasterlijnen aan. Klik tenslotte op OK. (Zie de 3 rode kaders hieronder).
4. Kies bovenaan in het afdrukscherm de printer van je keuze en klik dan op de knop >Afdrukken bovenaan. Het bestand komt nu als volgt uit de printer: Staand afgedrukt, alles op 1 pagina en met rasterlijnen.