Hoofdstuk 1: Alles heeft met elkaar te maken (1)
Organisme, aarde, biotische factoren, abiotische factoren, ecosystemen?
Hoofdstuk 2: Van cel tot organisme
Cellen, schimmels, bacteriƫn, eencellig, meercellig, groei, van cel tot organisme, orgaantransplantatie?
Hoofdstuk 3: Zit het in de familie?
Erfelijkheid en milieu, chromosomen, ongeslachtelijke voortplanting, geslachtelijke voortplanting, jongen of meisje, genotype, fenotype, kruisingen, stamboom, erfelijke veranderingen?
Hoofdstuk 4: Aanpassen doet overleven
Soort, soort bij naam, ontstaan van soorten, evolutietheorie?
Planten, groene fabrieken, glucose, stofwisseling, dierafhankelijk?
Hoofdstuk 6: Alles heeft met elkaar te maken (2)
Planten en dieren houden elkaar in leven, kringloop van koolstof, kringloop met vertraging, allerlei kringlopen?
Zaaien en oogsten, bouw van zaad, groei en ontwikkeling, ontkiemen, groei van de wortel, stengel en blad, ongeslachtelijke voortplanting, bloei, bestuiving, vruchten, zaadverspreiding, veroudering?
Hoofdstuk 8: Biologie en beroep
Huid en haar, kweken en selecteren, produceren, groene ruimte, mens en dier?