De lente begint meestal op 21 maart. Soms kan het begin van de lente ook vallen op 20 maart. Dat heeft te maken met de stand van de zon. Afgesproken is dat de lente begint op dag dat de zon precies boven de evenaar komt te staan. Er is daar ’s middags even helemaal geen schaduw.
Sterrenkundigen kunnen die dag precies, al jaren van tevoren, voorspellen. Zo weten ze nu al dat tot 2043 de lente op 20 maart zal beginnen. Daarvoor begint alleen in 2003 en 2007 de lente op 21 maart.
Bij het begin van de winter (21 december) is de dag het kortst en dus de nacht het langst. De zon komt dan op om 08.44 uur en gaat om 16.28 uur onder. De dag duurt dan slechts 7 uren en 44 minuten. De nacht is maar liefst 16 uren en 16 minuten. Daarna worden de dagen weer langzaam langer tot 21 juni, het begin van de zomer.
Op de eerste dag van de lente duren de nacht en de dag even lang, overal ter wereld. Ook bij het begin van de herfst, rond 22 september, is het overal ter wereld even lang licht als donker. Dat de dagen langer worden en de zon hoger komt door de stand van de aarde ten opzichte van de zon.
De seizoenen zijn niet overal op de wereld hetzelfde. Op het zuidelijk halfrond zijn de seizoenen precies omgekeerd. Als het in Zuid-Afrika herfst wordt, begint in Noord-Europa de lente. Dit komt door de baan van de aarde om de zon en door de schuine stand van de aardas. De aardas is de lijn die loopt van Noord- naar Zuidpool. De evenaar is de cirkel over de aarde die precies tussen de Noordpool en de Zuidpool loopt. Het gebied ten noorden van de evenaar noemt men het noordelijk halfrond. Het gebied dat ten zuiden van de evenaar ligt, noemt men het zuidelijk halfrond.
Dag en nacht: waarom is het 's winters langer donker?