
Vanavond trekt Vincent de stoute schoenen aan. Hij is met zijn fiets onderweg naar het huis van Joyce. De herfstwind maakt dat hij stevig moet trappen. Aangekomen bij het adres dat hij van een klasgenoot kreeg, zet hij een beetje onzeker zijn fiets tegen de muur en belt aan. Na wat wel een eeuwigheid lijkt, gaat de deur open en....daar staat ze! "Ja ...eh... ik..eh... kwam vragen of je het leuk vindt een keer mee te gaan naar Athlos, de atletiekclub waar ik bij ben." Hij is nog maar nauwelijks uitgesproken of vanuit de huiskamer roept een vrouwenstem of de deur dicht mag, want het waait stevig. Joyce, stapt naar buiten, sluit zachtjes de deur en zegt: "Kom mee!" Ze troont hem mee naar de achtertuin waarin een piepklein tuinhuisje staat. Ze duikt het tuinhuisje in en komt weer naar buiten met twee witte tuinstoelen.
"Waarom denk je dat ik atletiek leuk vindt?" vraagt Joyce. Even is Vincent van slag, maar na een aarzelend begin komt hij helemaal los. Met enthousiasme vertelt hij over zijn club. Na een tijdje praten krijgt Joyce het koud. "Ik zal even de vuurhaard aansteken", zegt ze en haalt wat houtblokken van een stapel die opzij van het tuinhuisje staat. Na een kwartiertje begint het al lekker warm te worden. Als Joyce ziet dat haar moeder de schuifdeur naar het terras opent, gebaart ze dat ze beter even binnen kan blijven. Even later schuift Joyce'moeder, zonder woorden een dienblad met een paar biertjes en een zak ships op het tuintafeltje.
Als het biertje half op is verzamelt Vincent al zijn moed: "Joyce, ik kwam hier niet alleen voor de atletiekclub, maar ....eh...wil je.... mm'n vriendin worden! Door de gloed van het vuur is gelukkig niet te zien dat ze bloost, maar haar enthousiast knikkende hoofd spreekt duidelijke taal. Spontaan krijgt ze een zoen op haar wang.
Een half uur later hoort Joyce' moeder vrolijk lachen en praten. De stemming zit er daar buiten blijkbaar goed in..............