Noah woont in Friesland. Om de openbare weg te bereiken moet hij over een krakkemikkig bruggetje dat over een voor het huis stromend beekje is gebouwd. Zijn moeder heeft er bij zijn vader al een paar keer op aangedrongen dat de brug vernieuwd moet worden, maar zijn vader die bij een jachtwerf werkt, heeft maar weinig vrije tijd. Als Noah ernaar vraagt geeft zijn vader te kennen dat er de laatste tijd veel orders lopen bij de jachtwerf.
Net als Noah een eindje wil skaten, treft hij Ole aan, die een paar huizen verderop woont. Ole volgt een opleiding Werktuigbouwkunde bij ROC Friese-Poort. "Onze brug is niet best meer'" zegt Noah, kun jij op school ook een brug maken?" "Goed idee,"zegt Ole, "die van ons is ook niet al te best meer. Dan maken we er gelijk twee. Maar dan moet ik wel eerst een goed ontwerp en een werktekening hebben. Kan jouw vader dat niet regelen bij de jachtwerf?" Noah beloofd dat hij dat zal vragen. Als Ole het probleem voorlegt aan zijn praktijkdocent ziet deze wel wat in het plan. "Een beetje werktuigbouwer moet toch zeker een brug kunnen bouwen" vindt hij. Noah's vader is allang blij dat hij alleen maar voor een tekening hoeft te zorgen. "Volgende week is ie klaar"verzekert hij. "Ha, ha dan kunnen we al heel snel aan het werk,"zegt Noah!