De Handel
Het belangrijkste doel van de VOC was handelen. Het bestuur van Nederland, de Staten Generaal, gaf de VOC het alleenrecht op de handel met Azie. Dat betekende dat alleen Nederland met deze landen handel mocht drijven. Heel handig dus, want hiermee werd in een klas de concurrentie van andere landen uitgeschakeld. Met de lokale bevolking werden afspraken gemaakt over dit monopolie. En er zwaaide wat als deze afspraken niet werden nagekomen. In 1621 richtte de VOC onder leiding van Jan Pieterszoon Coen een bloedbad aan op de Banda - eilanden. De Banda-eilanden waren erg speciaal voor de VOC, omdat dit een van de weinige plaatsen was waar ze foelie en nootmuskaat vandaan haalden. De bevolking was het niet eens met de strenge regels van de VOC. Ze wilden zelf bepalen met wie ze gingen handelen. De VOC liet het er niet bij zitten en een leger soldaten moordde vervolgens de hele bevolking uit.
Aandelen
Het geld voor de schepen en het inkopen van de producten kreeg de VOC door aandelen te verhandelen. Iedereen kon zo’n aandeel kopen. Als er winst werd gemaakt, kreeg de aandeelhouder daarvan een percentage. De VOC kreeg daardoor zoveel geld binnen dat ze meer schepen dan andere Europese landen naar Azië konden sturen.
Forten en Factorijen
Als de VOC een gebied veroverd had, werden er forten gebouwd en factorijen gesticht. In 1619 werd de Oost-Indische stad Jacarta veroverd. Jan Pierszoon Coen noemde de stad Batavia en hij maakte van deze stad het hoofdkwartier van de VOC. Alle schepen uit Nederland moesten eerst via Batavia, voor ze verder gingen. Zo werd het gebied een kolonie van Nederland die men Nederlands-Indië noemde. Langs veel plaatsen aan de Aziatische kust werden factorijen of handelsposten gesticht. Vanuit deze factorijen werden de specerijen en andere spullen in de schepen geladen. Om ervoor te zorgen dat andere landen en de lokale bevolking de Nederlanders niet zouden aanvallen werden er forten gebouwd waar de VOC soldaten heen stuurde. In sommige gebieden werden de Nederlanders er zelfs de baas in het land, zoals in Nederlands-Indië.
Producten
Eerst werden er vooral specerijen en peper naar Europa gebracht, later kwamen daar andere producten bij:
- Peper uit Nederlands Indië
- Kaneel uit Ceylon (Sri Lanka)
- Kleurstof indigo (uit India)
- Katoen (India)
- Porselein (uit China)