De verzorging van dieren bestaat uit vele onderdelen. Bij uitwendige verzorging schenk je aandacht aan huid, vacht, ogen, neus, oren, gebit en tenen. Je kunt dieren borstelen, kammen, wassen, trimmen, plukken, scheren en knippen. Alle werkzaamheden om de dieren er mooier uit te laten zien noem je het toiletteren van het dier.
Je voert dagelijks een gezondheidscontrole uit bij de dieren. Om de gezondheid van het dier te beoordelen kijk je naar de gezondheidskenmerken. Je kijkt dan naar huid/vacht/veren, zintuigen en slijmvliezen, gebit, spijsvertering, uitwerpselen, mest, hoeven/klauwen/nagels, gedrag, beweging, voedingstoestand/conditie, productie, temperatuur, pols en ademfrequentie.
Preventieve gezondheidszorg is het nemen van maatregelen om ziekten te voorkomen. Dat kun je doen door te enten/vaccineren en door inwendige en uitwendige parasieten op tijd te bestrijden en te voorkomen.
Preventieve gezondheidszorg is ook schoonmaken en schoon houden. Met een goede hygiëne, zowel een persoonlijke als een algemene, voorkom je besmettingen met ziekten. Het uitmesten, schoonmaken, reinigen en ontsmetten van dierverblijven is daarbij belangrijk. Persoonlijke hygiëne is daarnaast van belang voor je eigen gezondheid. Een schone en opgeruimde werkomgeving is ook belangrijk voor je eigen gezondheid.
Dit zorgt voor blije dieren!