Inleiding

Een kwalitatief experiment, waarbij de invloed van de concentratie op de reactiesnelheid gemeten wordt, is de proef waarbij een overmaat magnesium reageert met zwavelzuuroplossingen van verschillende concentraties. De proef is beschreven in "Chemie 4 VWO1,2" en in "‘Chemie 4 havo3".

Bij de uitvoering in de klas waren de verkregen curves niet erg bevredigend. Vooral de totale hoeveelheid waterstof, die bij de verschillende concentraties hetzelfde zou moeten zijn, gaf te grote verschillen. Dat de totale hoeveelheid ontwikkeld gas bij de proeven niet dezelfde is, zou veroorzaakt kunnen worden door:

1.  onjuiste concentraties van de uitgangsoplossingen van 0,10 M; 0,075 M; 0,050 M en 0,030 M.

2.  onjuist afmeten van de hoeveelheden van resp. 100, 60, 40 en 30 mL met de maatcilinder.

3.  ontsnappen van gas bij het begin van de proef.

4.  te onnauwkeurige aflezing van het eindvolume in de omgekeerde maatcilinder. 

Verder bleek het gebruik van magnesiumpoeder bij het wegen, overbrengen en schoonmaken problemen te geven.

In de proefbeschrijving is dan ook gekozen voor het gebruik van magnesiumlint, dat zonder meer gebruikt kan worden; schuren of voorbehandelen met zuur is dus niet nodig. Door een stukje lint af te knippen kan bij elke proef vrij goed dezelfde massa magnesium genomen worden. De reactie van het lint met het zuur moet even op gang komen, waardoor de foutnummer 3 van minder invloed is.

Er wordt uitgegaan van een 0,20 M zwavelzuuroplossing, waarvan steeds 10 mL wordt afgemeten met behulp van een volpipet. Door verdunnen met water (volumes worden met een maatpipet afgemeten) kunnen de andere concentraties gemaakt worden. Het volume van de gevormde waterstof wordt gemeten met een gasmeetbuis of een omgekeerde buret.

Om de invloed van schudden zoveel mogelijk gelijk te houden, is gekozen voor het gebruik van een magnetische roerder. Omdat de reactie met magnesiumlint langzamer verloopt dan met magnesiumpoeder varieert de reactietijd van 10 tot 20 minuten.