Inleiding

Vloeibare kristallen werden voor het eerst waargenomen in 1888. Pas na 1960 kwamen er toepassingen zoals Liquid Crystal Thermometers en L.C.D. horloges. Vloeibare kristallen vertonen een spectrum van kleuren als ze vanuit de vloeibare fase worden afgekoeld. Daarbij geven ze bij dezelfde temperatuur altijd dezelfde kleur. Hierop berust het gebruik van deze kristallen in thermometers. Mengsels van vloeibare kristallen worden gebruikt om de temperaturen te meten tussen -200 C en 250o C.

In de vloeibare fase bestaat in tegenstelling tot een gewone vloeistof nog een gedeeltelijke ordening van de moleculen. Optisch bezitten vloeibare kristallen vele eigenschappen van de kristallen (bv. een vloeibaar kristal verstrooit licht in symmetrische patronen en weerkaatst verschillende kleuren afhankelijk van de hoek waaronder het wordt bekeken). De ordening van de vloeibare fase kan verstoord worden door het aanleggen van een elektrisch veld. Daardoor wordt de vloeistof minder doorzichtig.

Dit vindt plaats bij het gebruik in horloges.

Het demonstreren van vloeibare kristallen kan het best gebeuren met behulp van cholesterische vloeibare kristallen. Deze derivaten van cholesterol geven mooie kleurverschijnselen onder verschillende omstandigheden. Er is dan ook weinig apparatuur voor nodig om ze aan te tonen.

De cholesterolesters zijn te koop, maar cholesterylacetaat en cholesterylbenzoaat zijn ook eenvoudig te maken.

Cholesterol zelf kan ook geëxtraheerd worden uit galstenen.