Doelstellingen

 

De leerlingen kennen/kunnen aan het eind van deze les:

 

-          Kunnen tenminste twee doelen van een onderneming noemen.

-          Kunnen het onderscheid aangeven tussen plannen voor de lange termijn en voor plannen op de korte termijn.

-          Kunnen tenminste vier voorbeelden geven van plannen op de lange termijn.

-          Kunnen tenminste vier voorbeelden geven van plannen op de korte termijn.

-          Kunnen aangeven waarom er een sterk verband zit tussen de plannen lange termijn en op lange termijn.

-          Kennen de vier functies van budgettering en kunnen aangeven wat dit inhoudt.

-          Kennen drie deelbudgetten en kunnen deze combineren tot het masterbudget.