De leerlingen kennen/kunnen aan het eind van deze les:
- Kunnen uitleggen wat het belang is van het maken van een liquiditeitsbegroting.
- Kennen het gevolg van negatief saldo van de mutatie in liquide middelen.
- Kunnen uitleggen waarom afschrijvingen niet terug komen op de liquiditeitsbegroting.
- Kunnen berekeningen uitvoeren waarbij wordt gewerkt met een krediettermijn voor afnemers (debiteuren).
- Kunnen een overzicht maken van het rekening-courantsaldo voor bijvoorbeeld een kwartaal.