Inkopen 1
Voordat er goederen verkocht kunnen worden, moeten deze eerst worden ingekocht. Alle goederen die een onderneming in één jaar van haar leveranciers ontvangt, worden de inkopen genoemd.
Van de verkopen die in een bepaalde periode gedaan worden, kan berekend worden wat daar zelf bij de inkoop voor betaald is.
Dit bedrag noemen we de inkoopwaarde van de omzet (IWO).
De inkopen en de inkoopwaarde van de omzet hoeven niet aan elkaar gelijk te zijn. Als de inkopen over 2011 groter waren dan de inkoopwaarde van de omzet over 2011, is er dus meer ingekocht dat er is verkocht en is de voorraad gestegen. Andersom: als de inkoopwaarde van de omzet groter was dan de inkopen over een bepaald jaar, dan is je voorraad gedaald. Door het verschil tussen de inkoopwaarde van de omzet en de inkopen, wordt je voorraad groter of kleiner.
Van de leverancier worden goederen gekocht. Voor- of nadat de goederen zijn binnengekomen volgt de factuur. De factuur is de rekening. Er staat een omschrijving van de gekochte goederen op, het verschuldigde btw-tarief en btw-bedrag en het totaalbedrag dat aan de leverancier betaald moet worden. Het totaalbedrag noemen we de inkoopfactuurprijs.
De btw die je betaald over je inkopen aan de leverancier, mag je terugvorderen bij de Belastingdienst. Het bedrag wat overblijft, ben je daadwerkelijk kwijt aan de inkopen. Dit is het bedrag van de inkopen over een bepaalde periode. Dit kan afwijken van de inkoopwaarde van de omzet. Wil een ondernemer dat zijn voorraad toeneemt, zal hij meer moeten inkopen dan de inkoopwaarde van de omzet. Wil een ondernemer de voorraad in zijn magazijn verkleinen, dan zal hij dat jaar minder goederen inkopen dan de inkoopwaarde van de omzet bedraagt.
Bekijk en maak nu voor jezelf voorbeeld 2.1
Inkoopwaarde van de omzet
Zoals al is aangegeven, bestaat de inkoopwaarde van de omzet uit de werkelijk betaalde inkoopprijs exclusief btw van de in een bepaalde periode verkochte goederen. De inkoopwaarde kun je op verschillende manieren berekenen. De volgende twee manieren worden onderscheden:
- Individueel te volgen goederen
- Individueel niet te volgen goederen
Individueel te volgen goederen:
Bij deze manier om de inkoopwaarde te berekenen, houd je per artikel bij welke prijs ervoor betaald is. Dit kan bijvoorbeeld bijgehouden worden op voorraadkaarten. Het gaat vaak om grote dure goederen, bijvoorbeeld vrachtwagens. Te totale inkoopwaarde bereken je dan door het aantal verkochte stuks te vermenigvuldigen met de inkoopprijs per stuk.
Bekijk en maak nu voor jezelf voorbeeld 2.2
Als je de inkoopfactuurprijs als gegeven hebt gekregen, haal je eerst de btw eruit om aan de inkoopprijs te komen. Hier moet je goed opletten bij het maken van opdrachten.
Individueel niet te volgen goederen
Er zijn goederen waarvan niet bij te houden valt wat de inkoopprijs is. Dan zal de inkoopwaarde van de omzet op een andere wijze bepaald moeten worden. Dit is vaak het geval bij kleinere goederen, die per stuk wat goedkoper zijn of bulkgoederen. Het volgende schema kan je hierbij helpen:
Beginvoorraad |
€ |
|
Inkopen |
€ |
+ |
|
|
|
|
€ |
|
Eindvoorraad |
€ |
- |
|
|
|
Inkoopwaarde van de omzet |
€ |
|
Bekijk en maak nu voor jezelf voorbeeld 2.3
Let op:
- Als de inkoopfactuurprijs gegeven is moet je eerst de btw eruit halen.
- Zijn drie van de vier waarden bekend, dan kun je de laatste berekenen.??