Voorbeeldopgaven

 

 

Voorbeeld 6.1

 

Iris Wolthuis begroot voor het komende jaar een omzet exclusief btw van € 765.000,-. Haar omzet valt onder het hoge btw-tarief. Zij verwacht een brutowinst van 38% van de omzet exclusief btw. Haar afschrijvingen en betaalde intrest begroot zij op € 38.350,-  waarvan 1/5e deel variabel en de rest constant; haar huisvestingskosten begroot zij op          € 91.800,- waarvan € 76.500,- constant; aan betaalde loonkosten verwacht zij € 61.200,- kwijt te zijn waarvan € 53.550,- constant en aan overige kosten verwacht zij kwijt te zijn een bedrag van € 38.250,- waarvan € 30.600,- variabel.

 

Vraag:

Stel voor Iris het exploitatiebudget op.

 

Uitwerking:

Bereken eerst hoeveel de variabele- en constante kosten bedragen per kosten soort voor de komende periode. Doe dit op de volgende wijze.

 

Variabele kosten:

-          Afschrijvingen en betaalde intrest: 1/5e deel x € 38.250,00             €            7.650,-

-          Huisvestingskosten € 91.800,00 - € 76.500,00                                €          15.300,-

-          Betaalde loonkosten € 61.200,00 - € 53.550,00                               €            7.650,-

-          Overige kosten                                                                                 €          30.600,-

Totale variabele kosten                                                                   €          61.200,-

 

Constante kosten:

-          Afschrijvingen en betaalde intrest: 4/5e deel x € 38.250,00             €          30.600,-

-          Huisvestingskosten                                                                           €          76.500,-

-          Betaalde loonkosten                                                                         €          53.550,-

-          Overige kosten € 38.250,00 - €30.600,-                                           €            7.650,-

Totale constante kosten                                                                   €        168.300,-

 

Vul nu het schema uit de theorie en de PowerPoint in met de bovenstaande bedragen. Je krijgt dan het volgende schema:

 

Omzet exclusief btw

€ 765.000,-

          100%

 

Inkoopwaarde van de omzet

€ 474.300,-

            68%

-

 

 

             

 

Brutowinst

€ 290.700,-

            38%

 

Overige variabele kosten

€   61.200,-

              8%

-

 

 

             

 

Dekkingsbijdrage

€ 229.500,-

            30%

 

Constante kosten

€ 168.300,-

            22%

-

 

 

             

 

Nettowinst

€   61.200,-

              8%

 

 

 

 

 

 


 

 

 

Uitgaan van de consumentenomzet bij het exploitatiebudget is ook mogelijk.

De btw- berekening moet dan ook gemaakt worden.

 

Voorbeeld 6.2

 

Famke v/d Wolf begroot voor het komende jaar een consumentenomzet van € 910.350,-. Haar omzet valt onder het hoge btw-tarief. Zij verwacht een brutowinst van 38% van de omzet exclusief btw. Haar afschrijvingen en betaalde intrest begroot zij op € 38.350,-  waarvan 1/5e deel variabel en de rest constant; haar huisvestingskosten begroot zij op          € 91.800,- waarvan € 76.500,- constant; aan betaalde loonkosten verwacht zij € 61.200,- kwijt te zijn waarvan € 53.550,- constant en aan overige kosten verwacht zij kwijt te zijn een bedrag van € 38.250,- waarvan € 30.600,- variabel.

 

Vraag:

Stel voor Famke het exploitatiebudget op.

 

Uitwerking:

Bereken eerst hoeveel de variabele- en constante kosten bedragen per kosten soort voor de komende periode. Doe dit op de volgende wijze.

 

Variabele kosten:

-          Afschrijvingen en betaalde intrest: 1/5e deel x € 38.250,00             €            7.650,-

-          Huisvestingskosten € 91.800,00 - € 76.500,00                                €          15.300,-

-          Betaalde loonkosten € 61.200,00 - € 53.550,00                               €            7.650,-

-          Overige kosten                                                                                 €          30.600,-

Totale variabele kosten                                                                   €          61.200,-

 

Constante kosten:

-          Afschrijvingen en betaalde intrest: 4/5e deel x € 38.250,00             €          30.600,-

-          Huisvestingskosten                                                                           €          76.500,-

-          Betaalde loonkosten                                                                         €          53.550,-

-          Overige kosten € 38.250,00 - €30.600,-                                           €            7.650,-

Totale constante kosten                                                                   €        168.300,-

 

Vul nu het schema uit de theorie en de PowerPoint in met de bovenstaande bedragen. Je krijgt dan het volgende schema:

 

Consumentenomzet

€ 910.350,-

          119%

 

Btw

€ 145.350,-

            19%

 

 

 

 

 

Omzet exclusief btw

€ 765.000,-

          100%

 

Inkoopwaarde van de omzet

€ 474.300,-

            68%

-

 

 

             

 

Brutowinst

€ 290.700,-

            38%

 

Overige variabele kosten

€   61.200,-

              8%

-

 

 

             

 

Dekkingsbijdrage

€ 229.500,-

            30%

 

Constante kosten

€ 168.300,-

            22%

-

 

 

             

 

Nettowinst

€   61.200,-

              8%