Veel planten (bijvoorbeeld rabarber en spinazie) bevatten allerlei organische zuren, waardoor deze planten een zure smaak hebben. Sommige van deze organische zuren zijn schadelijk voor mens en dier. Eén van de meest schadelijke zuren is ‘oxaalzuur’. Als je hiervan grote hoeveelheden binnen krijgt kan dat leiden tot problemen bij de spijsvertering, ontkalking van botten en een verhoogde kans op nierstenen.
Structuurformule oxaalzuur
Oxaalzuur komt in planten voor in drie vormen:
De giftigste vorm is het oplosbare zout of zuur. Dit onttrekt calcium- en magnesiumionen aan de stofwisseling.Tijdens het koken van rabarber kunnen we calciumcarbonaat (geprecipiteerd krijt) toevoegen om de oplosbare oxalaten onschadelijk te maken.
In principe kunnen we de hoeveelheid oxaalzuur in planten bepalen door titratie met kaliumpermanganaat of door titratie met natronloog. Planten bevatten echter naast oxaalzuur ook andere zuren (bijvoorbeeld appelzuur en melkzuur) en reductoren (bijvoorbeeld ijzer(II)-ionen). We moeten het oxaalzuur daarom eerst afscheiden. Daartoe koken we de planten in water (voor de bepaling van de in water oplosbare vorm) of in zuur (voor de bepaling van de totale hoeveelheid oxaalzuur). Het oxaalzuur isoleren we uiteindelijk in de vorm van het in water onoplosbare calciumcarbonaat. Dit lossen we vervolgens op in verdund zwavelzuur. De hoeveelheid oxaalzuur bepalen we dan door titratie met kaliumpermanganaat. Door de aanwezigheid van grote hoeveelheden zwavelzuur in het uiteindelijke oxaalzuurpreparaat kunnen we het oxaalzuurgehalte niet bepalen door titratie met natronloog.
Onder uitvoering A beschrijven we de bepaling van de totale hoeveelheid in zuur oplosbare oxalaten in rabarber / spinazie.
Onder uitvoering B beschrijven we de bepaling van in water oplosbare oxalaten (vrije oxalaten) in rabarber / spinazie.