Hartfalen, wat is het precies?
Wanneer ons hart niet goed meer pompt
Door ritmische bewegingen pompt het hart bloed door de bloedvaten. De verschillende organen krijgen zo voldoende bloed om goed te kunnen werken. Als het hart te weinig bloed pompt, omdat het hiervoor te weinig kracht heeft, ontstaan er stoornissen in allerlei organen, weefsels en spieren. Het onvermogen van het hart om voldoende bloed rond te pompen noemen we "hartfalen": het hart "faalt" in zijn taak om te pompen. De oorzaak is bijna altijd een ziekte van het hart zelf. Het gaat dan om een kwaal die de hartspier beschadigt. Falen van het hart wil dus niet zeggen dat het hart te langzaam pompt, maar juist te zwak.
Een verminderde pompwerking van het hart leidt tot doorbloedingsstoornissen van allerlei organen en weefsels. Falen van het hart zal zich dan ook uiten in verschijnselen, die te maken hebben met afwijkingen in andere organen. Een pompstoornis van het hart zal echter ook spiermoeheid veroorzaken, of onvoldoende plassen tot gevolg hebben vanwege een nierstoornis. Hartfalen is dus een aandoening, waarvan de oorzaak weliswaar in het hart gelegen is, maar waarbij allerlei verschijnselen ontstaan die te maken hebben met andere delen in het lichaam.
Hartfalen: een gecompliceerd geheel
Hartfalen is dus een gecompliceerd geheel van met elkaar samenhangende symptomen (ziekteverschijnselen). Gewoonlijk, maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn, vinden we kortademigheidklachten, samen met vermoeidheid en vochtophoping in met name de onderbenen en enkels. Zodra de hartspier, door welke oorzaak ook, verminderd bloed rondpompt, treedt een verstoring op in de zuurstofwisseling elders in het lichaam, die leidt tot vasthouden van vocht enerzijds en spiervermoeidheid van de ledemaatspieren.
Gewoonlijk ontstaat hartfalen chronisch (blijvend) en wordt het voorafgegaan door een meer of minder lange periode van hartspierzwakte zonder symptomen. Men merkt dan niets van de onderliggende hartkwaal, omdat het lichaam probeert de spierverzwakking te compenseren door allerlei mechanismen in het werk te stellen. Deze "compensatiemechanismen" houden het hart een tijdlang "op de been", totdat het hart zodanig is verzwakt dat symptomen onvermijdelijk zijn.
Door allerlei oorzaken (zie hier onder) treedt er dus schade op aan de hartspier. Dit kan deels worden opgevangen door tegenmaatregelen elders in het lichaam. Zo zullen bijvoorbeeld de nieren anders reageren en zullen er bepaalde hormonen vrijkomen. Uiteindelijk is de hartspierschade inmiddels zo groot geworden dat een en ander niet meer "verborgen" kan blijven. Er zullen klachten en symptomen ontstaan.
Sommige artsen spreken dan nog vaak van "decompensatio cordis" waarmee hartfalen wordt bedoeld. Opvallend is dat cardiologen het meestal gewoon hebben over "hartfalen" en niet-cardiologen nog wel de oude term "decompensatio cordis" gebruiken. We zeggen wel vaak "de patiënt is gedecompenseerd", waarmee we bedoelen "de patiënt vertoont zichtbare verschijnselen van hartfalen".
Hartfalen kan dus worden omschreven als een toestand, waarin het hart niet langer in staat is om de weefsels en organen van voldoende bloed te voorzien.
Wat zijn de belangrijkste klachten?
Waar komt dit allemaal vandaan?
Als het hart minder goed pompt, kan het zijn bloed niet goed wegkrijgen. Het hart raakt vol en zoekt een uitweg om toch dat bloed ergens kwijt te raken.
De gemakkelijkste manier is dan om het bloed naar de longen te laten lekken. Het vocht uit het bloed gaat zich in de longblaasjes ophopen. Er ontstaat dan "vocht achter de longen". Natuurlijk wordt u dan kortademig, want waar vocht zit kan geen lucht komen en dus krijgt u "luchttekort".
Omdat het hart zijn bloed niet goed kan wegkrijgen, zal de rest van het lichaam, dat afhankelijk is van dat bloed (omdat het daarmee zuurstof krijgt), te weinig krijgen. Zo kunnen de lichaamspieren niet goed meer werken en zal er spiermoeheid ontstaan. U merkt dat als een gevoel van moeheid, zodra u wat gaat doen. De bloeddoorstroming in handen en voeten wordt minder. Ze zullen daardoor ook koud aanvoelen.
Doordat het hart slechter pompt en "vol" raakt met bloed, zal de bloedsomloop stagneren, waardoor het bloed uit de benen en voeten niet goed meer terugstroomt naar het hart. Het zal zich daar ophopen en dikke voeten veroorzaken.
Er zijn meer klachten, maar deze hangen allemaal met het bovenstaande samen. De belangrijkste zijn toch moeheid en een gevoel van kortademigheid.
Achtergrondinformatie
Het hart bestaat uit een linkerdeel en een rechterdeel. De linkerhelft zuigt zuurstofrijk bloed aan uit de longen en pompt dit door naar het lichaam, waar organen en weefsels deze zuurstof nodig hebben.
Als het lichaam de zuurstof aan het bloed onttrokken heeft, wordt het zuurstofarme bloed door de rechter harthelft teruggezogen en doorgepompt naar de longen, waar het bloed weer van zuurstof wordt voorzien. De hele cyclus begint dan weer opnieuw.
Als het gaat om hartfalen blijkt de linker helft van het hart het meest gevoelig. Hier zit het meeste spierweefsel, waardoor een aantasting ervan de meest in het oog springende gevolgen heeft. In het geval van linkerhartfalen vinden we een samenhangend geheel van symptomen, die in meer of mindere mate tegelijk zullen optreden. Uiteindelijk kan een "links falen" leiden tot een tevens optreden van rechter hartfalen. Stuwing van bloed in het hart veroorzaakt een stuwing in de longvaten, waardoor het rechterhart geen mogelijkheid meer ziet om zijn bloed de longen in te pompen.
Een deel van de klachten die ontstaan bij linksfalen kan worden verklaard door een onvoldoende aanbod van bloed aan de weefsels. Het volume uitgepompt bloed per tijdseenheid, het "minuutvolume", is laag. Een laag "hart minuutvolume", ook wel "low output" genaamd, zal zich met name uiten in vermoeidheid, zodra er ook maar een lichte extra inspanning van het hart wordt gevraagd.
Vermoeidheid is echter een algemeen symptoom, dat als zodanig moeilijk te herkennen is als een uiting specifiek voor hartfalen. Meer typisch zijn echter de klachten die zich ontwikkelen als gevolg van bovengenoemde stuwing in de longen. Er zal dientengevolge een meer of minder ernstige vorm van longoedeem ontstaan, die logischerwijs zal resulteren in een gevoel van "luchttekort" of kortademigheid. Vaak begint dit met een licht irritatiehoest, maar het zal uiteindelijk leiden tot een gevoel dat men moeite moet doen om te ademen. En ademhalen is normaliter iets waar we ons niet van bewust behoren te zijn. Aanvankelijk zullen deze symptomen zich voordoen bij lichamelijke inspanning, maar later ook in rust en met name tijdens de nacht. In dat geval zal platliggen niet goed meer kunnen en de neiging zal zich ontwikkelen om rechtop te gaan zitten en in toenemende mate op een aantal kussens te gaan slapen of met het hoofdeinde een flink stuk omhoog. Deze nachtelijk kortademigheid is vrij typisch voor hartfalen, zeker als recht overeind komen verlichting geeft.
Er zijn gespecialiseerde behandelaars en begeleiders (zoals een cardioloog, hartfalenverpleegkundige, een diëtist en een fysiotherapeut) die de patiënt met hun kennis en ervaring steunen en helpen als de diagnose hartfalen is gesteld.
Het succes van de behandeling bij hartfalen wordt voor een groot deel bepaald door de
geneesmiddelen die u van uw specialist krijgt voorgeschreven. Maar de patiënt heeft zelf ook invloed op het effect van de behandeling. Het opvolgen van de leefstijladviezen (bewegen, gezonde voeding en niet roken) kunnen een positieve bijdrage leveren.
Aandacht voor de voeding is één van de leefregels. Een met zorg samengesteld dieet levert alle voedingsstoffen die u nodig heeft. Daarnaast zijn extra adviezen nodig, zodat u zich – ondanks het hartfalen – zo goed mogelijk voelt. Het is nodig om te letten op de hoeveelheid zout en vocht die de patiënt binnenkrijgt. Het veranderen van eetgewoonten is moeilijk. Niet alleen doen zich praktische problemen voor waar u graag een antwoord op wilt hebben, u bent ook gewend aan uw eigen eetgewoonten. Daarom is het goed dat de patiënt zich laat adviseren en begeleiden door de diëtist. De diëtist weet praktische oplossingen voor de problemen en beantwoordt de vragen van de patiënt, geeft de patiënt handige tips en een advies dat is gebaseerd op de huidige eetgewoonten van hartfalen
Bij hartfalen is de pompcapaciteit van het hart niet toereikend genoeg om een juiste bloedcirculatie in stand te houden met als gevolg dat het lichaam niet aan de benodigde hoeveelheid zuurstof komt. De belangrijkste oorzaken van hartfalen zijn ischemische hartziekten (veroorzaakt door dichtslibben van de bloedvaten) en hypertensie (hoge bloeddruk). Het gevolg van hartfalen is dat de nieren niet voldoende vocht en natrium uitscheiden, zodat in de weefsels oedeemvorming ontstaat.
Een groot gedeelte van de patiënten ontwikkelt een slecht voedingstoestand ten gevolge van een verminderde voedselinname enerzijds en een verhoogde voedingsbehoefte anderzijds. De verminderde voedselinname is toe te schrijven aan een verminderde eetlust, misselijkheid, vol gevoel door vochtophoping en kortademigheid: de verhoogde voedingsbehoefte treedt op omdat de longen en het hart harder moeten werken.
Het voornaamste doel bij de behandeling van hartfalen is om de inspanning van het hart te verminderen en vochtuitscheiding te bevorderen. Naast dieetmaatregelen worden ook medicijnen gegeven.
De algemene doelstellingen van het voedingsadvies bij hartfalen zijn de volgende:
Bij obese patiënten: gewichtsvermindering
Bij patiënten die in een slechte voedingstoestand verkeren: verrijking van de voeding
Natrium is een stof die van nature voorkomt in de meeste voedingsmiddelen. Vroeger noemde men het natriumbeperkt dieet zoutloos of zoutarm. Dit is niet juist. Zoutloos wordt nog wel gebruikt bij brood maar verder praten we over natriumbeperkt dieet.
Per persoon kan de toegestane hoeveelheid natrium verschillen.
De volgende indeling is gemaakt:
Bij een licht natrium beperkt dieet is het vaak al voldoende om geen zout toe te voegen bij de maaltijdbereiding. Verder mogen geen kant-en-klaarproducten gebruikt worden en is het zaak erg zoute producten te vermijden. Wanneer het dieet strenger wordt, zul je ook meer echte dieetproducten moeten kopen die speciaal geschikt zijn voor het natriumbeperkt dieet. In vrijwel elke supermarkt kom je een vak tegen waar deze producten opgesteld zijn. De producten zijn herkenbaar aan een blauwe band aan de bovenkant van het etiket waarop staat: “geschikt voor het natriumbeperkt dieet”.
Voor veel mensen is dit dieet moeilijk te accepteren omdat ze het eten zonder zout totaal niet lekker vinden. Maar wanneer je de tips hieronder toepast, kun je toch een zo smakelijk mogelijke maaltijd bereiden.
Tips voor het smakelijk maken van natriumbeperkte voeding: