Wat is een dieet

Diëten

 

Sommige zorgvragers hebben een dieet. Er zijn verschillende soorten diëten. Het is belangrijk dat je weet wat een dieet is en wat mensen met een dieet wel en niet mogen eten.

 

 

Leerdoelen:

 

Herkenningsopdracht:

Vertel aan elkaar met welke diëten jij in de instelling wel eens te maken hebt gehad.

Vertel aan elkaar wat dat dieet inhoudt.

 

 

Dieetleer

Een dieet is een voeding die om medische redenen anders is dan de normale voeding. Bijvoorbeeld een vetbeperkt dieet.

Een dieetvoorschrift krijg je van een arts. Het betekent dat de arts je na onderzoek een dieet voorschrijft. Met het dieetvoorschrift ga je meestal naar een diëtist. Een diëtist kijkt eerst naar je voedingsgewoonten. Dan krijg je een persoonlijk dieetadvies. Het is belangrijk dat het dieet zoveel mogelijk aansluit bij de eigen voedingsgewoonten. Je zult het dieet dan makkelijker volhouden.

Er zijn enkelvoudige en samengestelde diëten.

Stel, een zorgvrager krijgt alleen een dieet voor een te hoge bloeddruk. Hij krijgt dan een natriumbeperkt dieet. Dit noem je een enkelvoudig dieet. Heeft hij ook nog last van hart- en vaatziekten, dan zal hij een linolzuurverrijkte en cholesterolbeperkt dieet bij krijgen. Dat noem je een samengesteld dieet.

 

Tijdens je werk kom je met het ene dieet meer in aanraking dan met het andere. Het is belangrijk dat je iets afweet van de diëten die vaak voorkomen.

 

Benamingen voor diëten;

 

  1. Voedingsstofverrijkte diëten     :

Het gaat om een voeding waar meer van een bepaalde voedingsstof in zit. Bijvoorbeeld eiwit of voedingsvezels. De voedingsstof wordt afgekort. Met een + wordt aangegeven dat er meer van die stof in moet zitten. Een voedingsvezelverrijkt dieet wordt dan: Vezel+.

  1. Voedingsstofbeperkte diëten:

Het gaat om een voeding waar minder van een bepaalde voedingsstof in zit. Bijvoorbeeld natrium of cholesterol. De voedingsstof wordt afgekort. Met een – wordt aangegeven dat er minder van die stof in moet zitten. Een natriumbeperkt dieet wordt dan: Na-

  1. Voedingsstofeleminerende diëten:

Het gaat om een voeding waar een bepaalde voedingsstof helemaal niet in mag zitten. Als iemand overgevoelig is voor gluten, krijgt hij een glutenvrij dieet. De voedinsstof wordt afgekort. Met een o wordt aangegeven dat de stof er helemaal niet in mag zitten. Glutenvrij wordt dan: Glut o.

  1. Voedingsstofconstante diëten:

Het gaat om een voeding waarbij iemand elke dag dezelfde hoeveelheid van een bepaalde voedingsstof moet binnenkrijgen. Dit is bijvoorbeeld bij het diabetesdieet. Hierbij moet de hoeveelheid koolhydraten elke dag gelijk zijn. Er staat dan: Kh c. De c betekend constant.

  1. Onderzoeksdiëten;

Het gaat om een voeding die voorafgaand aan een onderzoek gebruikt mag of moet worden. Bijvoorbeeld omdat röntgenfoto’s gemaakt moeten worden.

 

 

Veel gebruikte afkortingen in diëten

 

Eiwit

E

Beperkt

-

 

Vet

V

Verrijkt

+

 

Koolhydraten

Kh

Constant

c

 

Energie

En

Vrij

o

 

Cholesterol

Chol

Gemalen

gem

 

Linolzuur

Linol

Vloeibaar

vloe

 

Gluten

Glut

 

 

 

lactose

Lac

 

 

 

voedingsvezel

vezel

 

 

 

 

 

 

Moeilijkheden bij het volgen van een dieet

 

Een dieet volgen is vaak moeilik. Voeding is voor veel mensen belangrijk en het veranderen van voedingsgewoonten is niet gemakkelijk. Vooral oudere mensen kunnen moeilijk accepteren dat sommige voedingsmiddelen of bereidingstechnieken niet meer gebruikt mogen worden. Ze hebben namelijk al hun hele leven zo gegeven. Wanneer een dieet een lange periode of zelfs het hele verdere leven gevolgd moet worden, is volhouden extra moeilijk. De resultaten zijn namelijk niet altijd even goed merkbaar.

Vaak is het ook zo dat veel mensen weinig begrip hebben voor personen met een dieet. Het is ook voor die persoon meet het dieet erg vervelend om steeds maar weer te moeten uitleggen waarom hij bepaalde voedingsmiddelen niet eet. Het komt dan ook veelvuldig voor dat een dieet niet of slechts gedeeltelijk wordt opgevolgd. Personen die de voeding delen kunnen een belangrijke tol spelen bij de dieetbegeleiding. Men kan signalen die wijzen op problemen met het volgen van een dieet, opvangen. Zo nodig kan men patiënten voorlichting geven over het dieet. Waar mogelijk zou men samen met de patiënt naar oplossingen van problemen kunnen zoeken of deze problemen doorgeven aan de verpleging of een diëtist