Je vult een belangrijk deel van de opleiding in op de BPV (BPV = Beroepspraktijkvorming = stage). Het hele jaar gedurende twee dagen in de week plus een blokje van 2 weken in het begin van de stage (september) en een blokje van drie weken aan het eind van de stage (juni).
Je voert op de BPV verschillende projecten uit. Zorg voor een goede verslaggeving.
Richtlijnen voor het maken van het BPV-verslag
Het verslag telt 5 - 10 bladzijden tekst, afgezien van de bijlages.
Vertel in Hoofdstuk 1 wat over het bedrijf waar je de stage hebt gedaan.
H. 2 gaat over de werkzaamheden die je daar hebt uitgevoerd.
In H. 3 behandel je in detail drie projecten waar je tijdens de stage aan gewerkt hebt. Wat ging goed en wat kan beter? Wat heb je er van geleerd? Deze drie projecten doe je als voorbereiding op de PvB.
Tenslotte vertel je in het laatste hoofdstuk wat je positief aan de stage vond, wat je er geleerd heb en op welke punten er verbeteringen nodig zijn.
In de bijlage geef je onder meer aan welke activiteiten je per stagedag hebt uitgevoerd (logboek). Verder maak je een bijlage met een goede en persoonlijke beschrijving van 50 relevante planten op het BPV-bedrijf (15 in eerste verslag, 20 in 2e en 15 in 3e verslag).
Laat je werk tussentijds zien aan de stagebegeleider, klasgenoten of docenten.
Gebruik foto’s, kaarten, figuren en tabellen om de tekst te illustreren.
Zorg voor passende teksten bij de figuren.
Verwijs in de tekst naar wat er op de foto’s en tabellen weergegeven is.
Maak 3 kopieën van je verslag, zodat het origineel op school kan blijven en je voor het stagebedrijf en voor jezelf ook een exemplaar hebt.
Het verslag zal op 5 punten beoordeeld worden.
1. Eerste indruk: hoe ziet het verslag er uit bij een eerste keer doorbladeren? Nodigt het uit tot verder lezen?
2. Worden alle onderwerpen voldoende behandeld (zie boven bij H. 1 t/m 4)?
3. Worden de onderwerpen met voldoende diepgang besproken? Let op: Letterlijk overschrijven uit een folder (''plagiaat'') is niet toegestaan, tenzij je uitdrukkelijk vermeldt waar je het uit overschrijft.
4. Welke indruk geeft het verslag gelet op:
a. netheid (het verslag moet getypt ingeleverd worden);
b. overzichtelijkheid (inhoudsopgave, bladzijdennummering, enz.);
c. functionele kaarten, foto’s, tabellen, figuren, en andere aanvullingen.
5. Correct gebruik van Nederlandse taal (zinsbouw, woordkeus).
Ieder van deze 5 onderdelen telt even zwaar.
Het eerste BPV-verslag (1e project beschrijven) lever je uiterlijk 23 november in.
Het tweede verslag uiterlijk 22 maart (2e project).
Het definitieve verslag uiterlijk 31 mei (3e project).